Conclusie
1.Crescent Gas Corporation Limited
Crescent Petroleum Company International Limited
1.Inleiding en samenvatting
Rosneft/ Yukos Capital [1] ) wél een asymmetrisch rechtsmiddelenverbod van toepassing en gaan de aangevoerde doorbrekingsgronden niet op.
Rosneft/ Yukos Capitalgeformuleerde uitgangspunten. In de tweede plaats stelt NIOC dat het hof ten onrechte heeft geoordeeld dat het beroep op een doorbrekingsgrond niet slaagt. M.i. kunnen beide klachten niet slagen.
2.Feiten en procesverloop
Gas Sales and Purchase Contract(hierna: de GSPC) gesloten. Op grond daarvan zou NIOC bepaalde hoeveelheden aardgas gaan leveren aan CPCIL voor een periode van 25 jaar, aanvankelijk met ingang van 1 januari 2003, later met ingang van 1 december 2005. De GSPC is nadien acht keer gewijzigd door middel van twee wijzigingsovereenkomsten en zes
sideletters. De laatste daarvan dateert van 7 juli 2004.
Procedures for Arbitration.
Award on Jurisdiction and Liability. Het tribunaal bestond uit de arbiters dr. G. Griffith, dr. K. Hossain en dr. A. Noori (hierna: Griffith, Hossain en Noori). In dat vonnis (hierna: de
Liability Award) heeft het tribunaal het volgende beslist: dat het scheidsgerecht bevoegd is om van de zaak kennis te nemen en dat – kort gezegd – NIOC toerekenbaar tekort is geschoten onder de GSPC en aansprakelijk is voor de door Crescent c.s. geleden schade.
Liability Awardis ondertekend door Griffith en Hossain. Noori heeft deze niet ondertekend. Aan de
Liability Awardis een schriftelijke en niet-ondertekende verklaring van Noori gehecht. In die verklaring staat:
Liability Award.
Remedies Award), dat door alle arbiters is ondertekend. In dat vonnis heeft het tribunaal beslist dat NIOC aan Crescent c.s. een bedrag van $ 2.429.970.000,- moet betalen, te vermeerderen met rente.
Remedies Award. Op verzoek van Crescent c.s. heeft de High Court op 21 oktober 2022 op het hoger beroep beslist door middel van een
summary judgment. Daarbij is het hoger beroep van NIOC afgewezen, omdat “
NIOC’s s. 67 application stands no realistic prospect of succes".
summary judgmentingediend. In dit hoger beroep is op 13 juli 2023 uitspraak gedaan. Het hoger beroep van NIOC is daarbij afgewezen.
3.Procesverloop
Liability Awarden de
Remedies Awardte erkennen en Crescent c.s. van een verlof tot tenuitvoerlegging te voorzien.
4.Ontvankelijkheid van het cassatieberoep
5.Bespreking van het cassatiemiddel
weigeringvan een verlof tot tenuitvoerlegging van een in Nederland gewezen arbitraal vonnis, dan kan op grond van art. 1063 lid 4 Rv wel hoger beroep (en op grond van lid 5 Rv: cassatie) worden ingesteld. Deze regeling wordt het asymmetrisch rechtsmiddelenverbod genoemd.
Rosneft/Yukos Capitalheeft de Hoge Raad beslist dat het asymmetrische rechtsmiddelenverbod ook geldt voor een verlof tot tenuitvoerlegging van een in het buitenland gewezen arbitraal vonnis. [10] Het in art. III van het Verdrag van New York neergelegde discriminatieverbod laat niet toe dat voor het verlof tot tenuitvoerlegging van binnenlandse arbitrale vonnissen wel een asymmetrisch rechtsmiddelenverbod geldt, maar dat dit niet het geval zou zijn voor het verlof tot tenuitvoerlegging van buitenlandse arbitrale vonnissen (voor zover afkomstig uit een verdragsstaat). Dan zou namelijk sprake zijn van een aanmerkelijk bezwaarlijker procedure voor de tenuitvoerlegging van buitenlandse arbitrale vonnissen dan voor de tenuitvoerlegging van nationale arbitrale vonnissen. Zie de volgende rechtsoverweging:
A-G] in verbinding met art. 1064 lid 1 Rv., niet openstaan tegen een verlof tot tenuitvoerlegging van een in Nederland gewezen arbitraal vonnis.
Rosneft/Yukos Capitalgeniet brede steun in de Nederlandse literatuur. [11] Voor zover mij bekend is alleen Van den Berg kritisch over het arrest. [12] Een nuance hierbij is dat Meijer en Peters menen dat hoger beroep tegen een verlofverlening wél mogelijk zou moeten zijn ingeval de vernietiging van een arbitraal vonnis in het land van arbitrage er niet toe leidt dat de erkenning of een verlof tot tenuitvoerlegging in Nederland wordt geweigerd. [13] Volgens hen was de concrete uitkomst in
Rosneft/Yukos Capitaldaarom incorrect, omdat dit scenario zich in die zaak voordeed. In zoverre geven zij Van den Berg gelijk.
Rosneft/Yukos Capitalheeft de Hoge Raad onder ogen gezien dat de mogelijkheid om vernietiging of herroeping van een binnenlands arbitraal vonnis te verzoeken, bij toewijzing van het verzoek tot vernietiging van een eerder verleend verlof tot tenuitvoerlegging leidt. Geoordeeld is echter dat dit geen consequenties dient te hebben voor de vraag of er een rechtsmiddelenverbod geldt voor een verlof tot tenuitvoerlegging. In het licht van de verdragsregeling is er volgens de Hoge Raad geen reden om het ontbreken van de mogelijkheid om in Nederland vernietiging of herroeping van een buitenlands arbitraal vonnis te verzoeken, te compenseren met het openstellen van hoger beroep en cassatieberoep tegen de verlening van het exequatur. Indien de mogelijkheden tot aantasting in het land waar het arbitrale vonnis is gewezen, beperkt zijn, hebben partijen daarmee bij het sluiten van de arbitrageovereenkomst rekening kunnen houden, aldus de Hoge Raad (rov. 3.7.1-3.7.2).
Rosneft/Yukos Capital– sprake is van een achterstelling van een partij bij een in het buitenland (verdragsstaat) gewezen arbitraal vonnis. Wanneer een buitenlands arbitraal vonnis in het land waarin het arbitrale vonnis is uitgesproken wordt vernietigd of herroepen, én die buitenlandse rechterlijke uitspraak in Nederland kan worden erkend, dan moet worden aangenomen dat dat leidt tot afwijzing van een verzoek tot tenuitvoerlegging. [17] Als reeds verlof is verleend, kan een partij in een executiegeschil om schorsing van de tenuitvoerlegging verzoeken. [18] Het is ook mogelijk dat art. 1064 lid 4 (oud) Rv naar analogie kan worden toegepast, waarmee van rechtswege sprake zou zijn van vernietiging van een eerder verleende verlof tot tenuitvoerlegging. [19] Terzijde: NIOC héeft ook in het buitenland (het VK) om vernietiging van het arbitrale vonnis verzocht, maar dat verzoek is afgewezen (zie onder 2.11 e.v.).
Rosneft/Yukos Capital). Het rechtsmiddelenverbod zal dan buiten toepassing moeten blijven. Hiermee is duidelijk dat door de Hoge Raad onder ogen is gezien dat het al dan niet bestaan van de mogelijkheid om vernietiging of herroeping van het buitenlandse arbitrale vonnis te verzoeken, gevolgen kan hebben voor het asymmetrische rechtsmiddelenverbod ten aanzien van het verlof tot tenuitvoerlegging, en dat niet slechts
in abstractonaar de kwestie is gekeken.
Rosneft/Yukos Capitalop een onjuist uitgangspunt zou berusten). De verwerende partij kan om vernietiging of herroeping van het binnenlandse arbitrale vonnis verzoeken, maar dat kan de verwerende partij bij een buitenlands arbitraal vonnis ook; en als dat laatste niet het geval is, heeft het consequenties voor het rechtsmiddelenverbod.
Rosneft/Yukos Capitalop een onjuist uitgangspunt berusten, aldus NIOC.
Rosneft/Yukos Capital.
omdat de regels met betrekking tot erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse arbitrale vonnissen[niet,
A-G] noodzakelijkerwijs
identiek moeten zijn aan de regels die toepasselijk zijn op erkenning en tenuitvoerlegging van arbitrale vonnissen die in de Lidstaat[verdragsstaat,
A-G]
zijn gewezen” (procesinleiding, p. 11). Dat moge zo zijn, maar het al dan niet gelden van een rechtsmiddelenverbod kan moeilijk gezien worden als een verschil van ondergeschikte betekenis (en in feite wordt dit ook niet betoogd door NIOC). De Hoge Raad heeft in
Rosneft/Yukos Capitaldan ook terecht aangenomen dat wanneer hoger beroep en cassatieberoep tegen een verlof tot tenuitvoerlegging zouden zijn toegelaten, de exequaturprocedure voor buitenlandse arbitrale vonnissen
vanwege extra kosten en een verlenging van de procedure,aanmerkelijk bezwaarlijker zou zijn dan de exequaturprocedure voor binnenlandse arbitrale vonnissen. Daarbij heeft de Hoge Raad voor wat betreft de uitleg van het criterium ‘aanmerkelijk bezwaarlijker voorwaarden’ (‘
substantially more onerous conditions or higher fees or charges’), de ontstaansgeschiedenis van het Verdrag van New York betrokken (rov. 3.3.). Er zijn ook in de literatuur geen aanknopingspunten dat de Hoge Raad het begrip ‘aanmerkelijk bezwaarlijker voorwaarden’ onjuist zou hebben uitgelegd.
de factocorruptie te faciliteren (doordat een beslissing van de rechter op een beroep op die corruptie in hoger beroep of cassatie niet zou kunnen worden beoordeeld). Betoogd wordt, kort samengevat, dat NIOC in het kader van door haar aangevoerde weigeringsgronden ook heeft aangevoerd dat geen sprake is van een rechtsgeldige arbitrageovereenkomst, omdat deze onder invloed van corruptie en/of in strijd met de openbare orde tot stand is gekomen. Het hof is hier ten onrechte niet op ingegaan, waarbij het kennelijk en ten onrechte heeft aangenomen dat het asymmetrische rechtsmiddelenverbod daaraan in de weg zou staan.
A-G]. Aan haar verzoek voegde zij immers toe “
als we dat al mogen krijgen”. (…). Een aanhouding voor het in het geding brengen van stukken waarvan niet eens duidelijk is dat en wanneer ze overgelegd kunnen worden, is in strijd met de goede procesorde. Daarbij neemt de voorzieningenrechter in aanmerking dat Crescent c.s. er terecht op wijzen dat NIOC beroep doet op een stuk dat al 7 jaar oud zou zijn. Voorts is relevant dat het NIOC al vanaf 20 mei 2022 duidelijk moest zijn dat deze exequaturprocedure gevoerd zou gaan worden. Zij heeft dan ook genoeg tijd gehad om in haar ogen relevante stukken te verzamelen en in het geding te brengen. Gelet op al het voorgaande worden de fundamentele beginselen van het procesrecht niet geschonden door NIOC daartoe niet (meer) in de gelegenheid te stellen. Dat zij heeft nagelaten om tijdig stukken te verzamelen en op een zitting wil citeren uit niet overgelegde stukken, waartegen Crescent c.s., gelet op het beginsel van hoor en wederhoor, terecht bezwaar gemaakt hebben, zijn keuzes geweest die voor haar eigen rekening en risico komen. (…)
onbeperktemogelijkheid om stukken in het geding te brengen. [31]