ECLI:NL:PHR:2025:154
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het cassatieberoep inzake beslag op auto
In deze zaak gaat het om de niet-ontvankelijkheid van de klager in zijn cassatieberoep tegen een beschikking van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, die op 13 april 2023 het klaagschrift van de klager tot opheffing van het beslag op zijn auto ongegrond heeft verklaard. De klager had op 11 december 2022 een Volkswagen Pheaton in beslag laten nemen op grond van artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Na het indienen van een klaagschrift op 19 januari 2023, werd dit klaagschrift behandeld in een openbare raadkamer op 30 maart 2023. De rechtbank heeft echter op 13 april 2023 het klaagschrift ongegrond verklaard.
De Procureur-Generaal heeft in zijn conclusie opgemerkt dat de strafrechter inmiddels op 23 januari 2025 een vonnis heeft gewezen waarin is beslist dat de auto aan de klager moet worden teruggegeven. Deze beslissing maakt dat de klager geen belang meer heeft bij het cassatieberoep, omdat er inmiddels een beslissing is genomen over het beslag. De Procureur-Generaal concludeert dat de klager niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn cassatieberoep, aangezien er geen verdere beslissing meer kan volgen op het klaagschrift dat reeds ongegrond is verklaard.
De conclusie van de Procureur-Generaal is dat de klager in zijn cassatieberoep niet-ontvankelijk moet worden verklaard, gezien de recente beslissing van de strafrechter over het beslag.