Conclusie
Nummer 23/04536
Het cassatieberoep
“bedreiging met zware mishandeling”, veroordeeld tot een geldboete van € 250,00, te vervangen door vijf dagen hechtenis. Daarnaast heeft het hof de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij ter zake van het onder 2 bewezen verklaarde toegewezen tot een bedrag van € 250,00, ter zake van immateriële schade, aan de verdachte voor dit bedrag een schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opgelegd en de verdachte veroordeeld in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten. Voorts bevat het arrest enkele bijkomende, niet voor dit cassatieberoep relevante, beslissingen.
De middelen
De bewezenverklaring
2. Hij op 26 mei 2020 te Harderwijk, [benadeelde] heeft bedreigd met zware mishandeling, door die [benadeelde] meermalen dreigend de woorden toe te voegen “Ik maak je echt kapot?”, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking.”
De bewijsvoering
in de geuite bewoordingen als zodanig ligt niet c.q. onvoldoende concreet een aankondiging van zware mishandeling besloten: 'kapotmaken' kan immers ook betekenen – zoals verzoeker in casu ook bedoelde – iemand zijn leven op zijn kop zetten door de politie op hem af te sturen, aangifte te doen, ouders op de hoogte te stellen, de school op de hoogte te stellen, etc. Dat dit de bedoeling was, vindt bevestiging in de uitlating van verzoeker: "Ik maak jou echt persoonlijk kapot" en het feit dat hij die bedoeling heeft omgezet in daad: direct na het incident heeft verzoeker de politie gebeld en de kwestie gemeld, waarna de dienst doende motoragent die avond nog bij hem thuis is geweest,
de omstandigheden waaronder de bewoordingen zijn geuit, waren niet dusdanig dat sprake is van een strafbare bedreiging:
verzoeker heeft geen opzet gehad, in geen enkele vorm, op bedreiging met zware mishandeling van aangever [benadeelde] ;
gelet op onder meer de omstandigheden van het geval en de persoon van verzoeker moetende uitlatingen van verzoeker worden opgevat als een emotionele ontlading als gevolg van frustratie en onmacht.” [1]
Het eerste middel, de klacht onder (i)
De man heeft heel veel tegen ons geroepen. Hoe hij alles exact heeft geroepen weet ik niet meer precies”(zoals opgenomen onder bewijsmiddel 1, onder randnummer 5), en betoogt dat deze enkele vaststelling van het hof onvoldoende is voor zijn kennelijke oordeel dat de aangever van de uitlating daadwerkelijk op de hoogte is geraakt.
De bespreking van de klacht onder (i)
Het eerste middel, de klacht onder (ii)
Het beoordelingskader
De bespreking van de klacht onder (ii)
Het tweede middel
De motivering van de vordering van de benadeelde partij
De bespreking van het tweede middel
“op één van de in artikel 6:106 BW omschreven rechtsgronden heeft gebaseerd noch dat het hof die toewijzing daarop heeft kúnnen baseren en evenmin op welke door de benadeelde partij aangedragen gegevens het de toewijzing heeft gebaseerd”.