Conclusie
1.Inleiding
2.Het middel
wederrechtelijkeaanranding betreft waartegen de verdachte zich gerechtvaardigd mocht verdedigen zodat hem geen beroep op noodweer toekomt.
i)het hof niet heeft vastgesteld dat [slachtoffer 1] alvorens zijn vuurwapen te gebruiken met dat gebruik heeft gedreigd, en
ii)uit de bewijsvoering van het hof niet concreet blijkt dat [slachtoffer 1] ernstig fysiek letsel zou worden toegebracht.
rechtmatigheeft verdedigd. Hierin ligt besloten dat het slachtoffer uit noodweer heeft gehandeld, hetgeen meebrengt dat het schot dat hij heeft gelost op de verdachte niet kan worden aangemerkt als
wederrechtelijke aanrandingvan de verdachte. [1] Het hof kon daarmee oordelen dat aan de verdachte geen beroep op noodweer toekomt.