ECLI:NL:PHR:2025:477
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Kwalificatie van bewezenverklaarde als misdrijf betreft kennelijke misslag in cassatieberoep
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van een verdachte die door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is veroordeeld voor het vervoer van 7,3 gram hasjiesj. De verdachte kreeg een voorwaardelijke geldboete van € 250,- opgelegd, met een proeftijd van twee jaar. Het hof heeft een vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde straf afgewezen. De advocaat van de verdachte heeft op 2 december 2022 cassatie ingesteld, waarbij één middel van cassatie is voorgesteld. De conclusie van de procureur-generaal is dat de verdachte niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het cassatieberoep, omdat het bestreden arrest moet worden aangemerkt als een uitspraak betreffende een overtreding in de zin van artikel 427 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering. Dit betekent dat er geen beroep in cassatie openstaat, aangezien de opgelegde straf niet hoger is dan een geldboete van € 250,-. De conclusie benadrukt dat er een discrepantie is tussen de tenlastelegging en de bewezenverklaring, waarbij het hof de bewezenverklaring heeft gekwalificeerd als een misdrijf, terwijl het in feite een overtreding betreft. De conclusie strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het cassatieberoep.