ECLI:NL:PHR:2025:523
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Verwerping van het verweer inzake lokaalvredebreuk en demonstratierecht
In deze zaak, behandeld door de Procureur-Generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden, D.J.M.W. Paridaens, gaat het om de verwerping van een verweer dat de verdachte, geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1984, ontslagen moet worden van alle rechtsvervolging wegens lokaalvredebreuk (art. 139 Sr). De verdachte was eerder door het gerechtshof Den Haag veroordeeld zonder oplegging van een straf of maatregel voor het medeplegen van wederrechtelijk vertoeven in een voor de openbare dienst bestemd lokaal. Dit arrest dateert van 10 april 2024. De zaak is één van de acht demonstratiezaken die op dezelfde dag door het gerechtshof zijn behandeld, waarbij de demonstratie op 20 oktober 2020 in het ministerie van Economische Zaken en Klimaat centraal staat. De advocaat van de verdachte, W.H. Jebbink, heeft in deze zaak één middel van cassatie voorgesteld, dat zich richt tegen de verwerping van het verweer dat de vervolging in strijd is met het demonstratierecht zoals vastgelegd in artikel 10 en 11 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De Procureur-Generaal concludeert dat het middel faalt, met verwijzing naar een eerdere conclusie in een vergelijkbare zaak (ECLI:NL:PHR:2025:518). Er zijn geen gronden voor vernietiging van de uitspraak van het hof aangetroffen, en de conclusie strekt tot verwerping van het beroep.