Conclusie
1.Overzicht
Hofheeft de Inspecteur aannemelijk gemaakt dat de belanghebbende onzakelijk geen huur rekende voor het gebruik van haar pand door haar directeur/
ultimate beneficial owner(ubo) en dat een zakelijke huur tot haar winst moet worden gerekend omdat zij huur zou hebben bedongen als zij het pand in gebruik had gegeven aan een onafhankelijke partij. De Inspecteur heeft de hoogte van zijn zakelijke-huurschatting ad € 21.300 volgens het Hof echter niet aannemelijk gemaakt; het Hof heeft een zakelijke huuropbrengst op € 13.500 gesteld,
i.e.5% van de WOZ-waarde ad € 270.000.
détournement de pouvoirgesteld en voor zover zij die wel bedoelde te stellen, heeft zij die niet geadstrueerd met feiten en omstandigheden die op misbruik van bevoegdheid kunnen wijzen.
BNB1993/36 volgt dat onzorgvuldige vaststelling van een aanslag niet tot nietigheid leidt omdat mogelijk uit de onzorgvuldigheid ten nadele van de belastingplichtige voortvloeiende onjuistheden in bezwaar of beroep kunnen worden hersteld.
2.De feiten en het geding in feitelijke instanties
De feiten
ultimate beneficial owners(ubo’s) vermeldt [D] als ubo.
per maand.
per jaar.
3.Het geding in cassatie
4.Beoordeling
Het hof:U stelt bij 2018 dat omkering van de bewijslast niet kan worden toegepast. De inspecteur doet er geen beroep op en de rechtbank heeft het ook niet toegepast. Is dat een punt waar u een oordeel over wilt?
détournement de pouvoirgesteld en voor zover zij die wel bedoelde te stellen, heeft zij die stelling niet geadstrueerd met feiten en omstandigheden die op misbruik van bevoegdheid wijzen. De vastgestelde feiten lijken eerder op nalatigheid harerzijds te wijzen. Ook als de fiscus (mede) een beslagoogmerk had, impliceert dat niet dat de aanslag 2018 onrechtmatig is, nu dat bijkomende oogmerk niets zou zeggen over de (on)juistheid van die aanslag en evenmin impliceert dat belanghebbendes processuele belang is geschaad. Als zij het beslag onrechtmatig acht, zal zij haar bezwaren daartegen aan de burgerlijke rechter moeten voorleggen in een procedure tegen de ontvanger. Voor zover zij stelt door het beslag imagoschade te hebben geleden, alsmede schade door een hoger tarief in de overdrachtsbelasting omdat de levering van de onroerende zaak (aan één van haar bestuurders, teven ubo) moest worden uitgesteld, zal zij zich eveneens tot de burgerlijke rechter moeten wenden.
BNB2011/103, [13] waarin de fiscus navorderingsaanslagen gebaseerd op vermoedens terstond invorderbaar had verklaard. In de zaak HR
BNB2007/260 [14] oordeelde u dat voor een hogere proceskostenvergoeding dan forfaitair grond bestaat als het bestuursorgaan een beschikking of uitspraak uitvaardigt of handhaaft hoewel duidelijk is dat die beschikking of uitspraak in een daartegen ingestelde procedure geen stand zal houden.
BNB1993/36 [16] volgt dat onzorgvuldige vaststelling van een aanslag niet tot nietigheid leidt omdat mogelijk uit de onzorgvuldigheid ten nadele van de belastingplichtige voortvloeiende onjuistheden in bezwaar of beroep kunnen worden hersteld.