2.1In cassatie kan van de volgende feiten worden uitgegaan:
(i) [verkoper] is rechthebbende op het appartementsrecht aan de [a-straat 3b] in [plaats] . Het betreft een appartement dat [verkoper] heeft verbouwd tot drie zelfstandige appartementen, die door [verkoper] vervolgens zijn voorzien van de adressen [a-straat 3b] , [a-straat 3c] en [a-straat 3d] . Het betreft een bouwkundige splitsing tot drie appartementen; studio’s. Het appartementsrecht is niet gesplitst. Hij heeft deze studio’s verhuurd. Voor de verbouwing was het appartement verhuurd aan studenten, die er een kamer huurden en de keuken en sanitaire voorzieningen gezamenlijk gebruikten.
(ii) Bij notariële akte van 23 mei 1973 (verder: de akte van splitsing) is het gebouw waar het appartement deel van uitmaakt gesplitst in appartementsrechten en is er een VvE opgericht. In het splitsingsreglement staan onder meer de navolgende bepalingen:
‘Artikel 6
1. Iedere op-, aan- of onderbouw zonder toestemming van de vergadering is verboden.
(…)
3. Met een besluit van de vergadering staat gelijk een voorstel, waarmede alle eigenaars schriftelijk hun instemming hebben betuigd.’
(…)
Artikel 36
1. Alle besluiten, waarvoor in dit reglement of krachtens de wet geen afwijkende regeling is
voorgeschreven, worden genomen met volstrekte meerderheid der uitgebrachte stemmen.
(...)
3. Met een besluit van de vergadering staat gelijk een voorstel, waarmede alle eigenaars
schriftelijk hun instemming hebben betuigd.’
(iii) [koper] kende [verkoopmakelaar] , de (verhuur)makelaar van [verkoper] . Nadat hij [verkoopmakelaar] had laten weten geïnteresseerd te zijn in de aankoop van een beleggingspand attendeerde [verkoopmakelaar] hem op ‘de drie pandjes’ van [verkoper] .
(iv) In januari 2022 heeft [koper] de studio’s een aantal keer bezichtigd. In februari 2022 heeft [koper] de studio’s nog een aantal maal bezichtigd. In die periode was de verbouwing nog gaande. Vervolgens hebben partijen onderhandeld over een koopsom.
(v) Op 15 februari 2022 heeft [verkoopmakelaar] een concept-koopovereenkomst opgemaakt. In deze overeenkomst was een ‘as is, where is’-clausule opgenomen. Namens [koper] is door zijn makelaar per e-mail van 15 februari 2022 kenbaar gemaakt dat deze clausule moet worden verwijderd, omdat het om een nieuwbouwproject gaat waarvan verwacht mag worden dat het onderhoud goed is.
(vi) Namens [koper] heeft zijn makelaar aan [verkoopmakelaar] op 15 februari 2022 geschreven, voor zover relevant:
‘Mijn klant wil zoals aangegeven wel dat de as is clausule zal vervallen.
Wat is de reden van de verkoper dat hij deze niet wil laten vallen? Staat hij niet achter de verbouw of weet hij dat er gebreken zijn? Als je achter je project staat en met kwaliteit bouwt zoals is aangegeven dan zou hij het ook niet erg vinden om deze clausule uit de koopovereenkomst te halen.
(...)
Mocht de verkoper de clausule niet uit de verkoopovereenkomst willen halen dan zou ik nog wel contact met hem willen opnemen om naar de reden te vragen als dat akkoord is.’
(vii) Per Whatsapp-bericht heeft [verkoopmakelaar] aan [koper] vervolgens geschreven:
‘Laat je niet gek maken door die makelaar he. As is where is, is een heel gebruikelijke clausule. Staat tegenwoordig in alle koopovereenkomsten. Het is aan de binnenkant allemaal wel nieuw maar aan de buitenkant blijft het een pand van 1939. Van alle spullen krijg je gewoon alle bonnetjes en garantiebewijzen.’
[koper] heeft vervolgens geschreven:
‘Dat snap ik, maar waarom persee die as is erin als alles goed is afgewerkt door jullie.’
[verkoopmakelaar] heeft vervolgens geschreven:
‘Omdat de woning bijna 100 jaar oud is.’
(viii) Tussen partijen is vervolgens een koopovereenkomst tot stand gekomen met betrekking tot het appartementsrecht. De schriftelijke overeenkomst is door [verkoper] op 3 maart 2022 ondertekend en door [koper] op 4 maart 2022. Als koopsom zijn partijen een bedrag van € 530.000,– overeengekomen. Artikel 5 van de koopovereenkomst bepaalt, voor zover relevant:
‘1. De feitelijke levering (aflevering) van het verkochte aan koper zal geschieden in de staat waarin het zich bij het tot stand komen van deze overeenkomst bevindt op.Verkoper verplicht zich voor het verkochte zorg te dragen als een zorgvuldig schuldenaar tot aan het tijdstip van feitelijke levering, alles behoudens het bepaalde in artikel 11.
2. Het verkochte zal bij de feitelijke levering de eigenschappen bezitten die voor een normaal gebruik als beleggingsobject nodig zijn. Voor koper kenbare gebreken die daaraan in de weg zouden kunnen staan, komen voor diens risico. In de koop is niet begrepen datgene waarop huurders, ingevolge artikel 1603 van het BW, rechten kunnen doen gelden.
(…)
5. Koper is bereid het verkochte op de datum van levering voetstoots (as is, where is) te aanvaarden, hetgeen inhoudt dat koper het verkochte aanvaardt in de juridische, fiscale, technische en milieutechnische toestand waarin het verkochte zich alsdan bevindt, met alle bekende en onbekende zichtbare en verborgen gebreken en in de alsdan geldende gebruiksstaat, terwijl verkoper niet gehouden zal zijn ten aanzien van enig aspect van het verkochte enige (stilzwijgende) verklaring of garantie af te geven buiten hetgeen in de koopovereenkomst is gegarandeerd.’
Artikel 12 lid 3 van de koopovereenkomst bevat een boeteclausule.
In de koopovereenkomst zijn tot slot aanvullende afspraken opgenomen. In de koopovereenkomst staat, voor zover relevant:
‘Aanvullende afspraken:
(…)
Verkoper draagt zorg voor het realiseren van de A++ energie labels voor alle appartementen. De appartementen zijn: [a-straat 3b] , [a-straat 3c] en [a-straat 3d] te [plaats] .
De appartementen worden verhuurd in zijn totaliteit voor € 2.300,- kale huur.
[a-straat 3b] : €850,-
[a-straat 3c] : €750,-
[a-straat 3d] : €700,-
In alle huurovereenkomsten is opgenomen dat het om een bepaalde tijd gaat van maximaal
1 jaar.
Energielabel
Aan deze koopovereenkomst is een kopie van een energielabel gehecht. Het origineel wordt alsnog geleverd, uiterlijk bij het passeren van de transportakte bij de notaris.’
(ix) Partijen zijn in eerste instantie overeengekomen dat de levering op 1 juni 2022 plaats zou vinden. Op verzoek van [verkoper] is deze datum vervroegd naar 29 april 2022.
(x) Op 22 april 2022 ontving [koper] van de notaris die de levering van het appartementsrecht zou verzorgen een e-mailbericht van de VvE van 21 april 2022 aan de notaris waarin staat, voor zover relevant:
‘Voor ons als VVE is het pand nog steeds [a-straat 3b] . Geen [a-straat 3c] en [a-straat 3d] . Afgelopen periode is een verbouwing geweest van [a-straat 3b] , waarbij het VVE Reglement niet is gevolgd door [verkoper] . Er wordt in mei een VVE Vergadering georganiseerd, waarbij dit onderwerp besproken wordt en hoe dit verder moet. Er spelen een aantal zaken, waarbij ik nu niet in detail zal treden. Er is dus geen toestemming van de VVE Vergadering voor splitsing. [verkoper] is m.b.t. het reglement meerdere keren op de hoogte gesteld. Ook vorige week nog.’
In een e-mailbericht van 22 april 2022 schreef de VvE vervolgens aan de notaris, voor zover relevant:
‘Het appartementsrecht [a-straat 3b] [plaats] is het enige bestaande appartementsrecht. De door u hieronder genoemde adressen [a-straat 3c] en [a-straat 3d] bestaan niet. Graag vernemen wij uw schriftelijke bevestiging hieromtrent. Een nader inhoudelijk bericht vanuit de VvE [a-straat 1-3b] , [b-straat 1-3a] te [plaats] volgt nog. Dit bericht (aanvulling op het email bericht van [betrokkene 1] aan uw kantoor d.d. 21 april 2022, 9.31 uur) is bedoeld ter vooraankondiging, waarbij alvast kenbaar wordt gemaakt dat de verkoper strijdig heeft gehandeld met meerdere bepalingen uit de akte van splitsing en het modelreglement. Het ligt in de lijn der verwachting dat de vergadering gaat verzoeken deze strijdige handelingen ongedaan te maken, waarbij de VvE overweegt alle mogelijke (rechts)middelen in te zetten.’
(xi) Op 11 mei 2022 vond een vergadering van de VvE plaats. In de uitnodiging voor deze vergadering is aangekondigd dat gestemd moet worden over de vraag of de VvE akkoord gaat met de ‘
uitgevoerde zaken verbouwing [a-straat 3b]’.
Uit de notulen van de vergadering van de VvE blijkt dat de vergadering tegen dit voorstel heeft gestemd. De argumenten waren volgens de notulen de volgende:
‘Het dak was VVE eigendom, nu niet meer. Zonnepanelen mogen daar niet zomaar op worden geplaatst zonder iedereen op de hoogte te brengen en een VVE dak mag niet zomaar worden doorgebroken en tot privé eigendom gemaakt worden zonder goed overleg met de hele VVE Vergadering. De opbrengst van de zonnepanelen gaat alleen naar [verkoper] en niet naar de VVE als geheel.’
(xii) Het bestuur van de VvE heeft op 17 mei 2022 een e-mail aan [verkoper] (met een cc aan de notaris) gestuurd, waarin onder meer het volgende is geschreven:
‘Over een aantal zaken is door de VVE gestemd. Wij noemen de belangrijkste hieronder:
Uitbouw/verbouwing [a-straat 3b] : Stemming: meerderheid VVE stemt tegen, dus geen goedkeuring VVE.
Splitsing dan wel ondersplitsing [a-straat 3b] : Stemming: meerderheid VVE stemt tegen, dus geen goedkeuring VVE.
Plaatsing zonnepanelen [a-straat 3b] : Stemming: meerderheid VVE stemt tegen, dus geen goedkeuring VVE.
De consequenties van het ontbreken van instemming door de VVE worden op dit moment verder uitgewerkt in samenspraak met onze adviseurs. (…)’
De notaris heeft de e-mail doorgestuurd naar [koper] .
(xiii) De makelaar van [koper] heeft in een brief van 20 mei 2022 aan [verkoper] geschreven dat [koper] de koopovereenkomst vernietigt wegens dwaling. Hij schreef onder meer:
‘Ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst was [koper] niet op de hoogte van het feit dat de u geen toestemming aan de VvE heeft gevraagd en verkregen ten aanzien van de door u uitgevoerde uitbouw/verbouwing, de splitsing en de plaatsing van de zonnepanelen. Ook was [koper] niet op de hoogte van het feit dat de VvE kennelijk al vanaf november 2021 bij u heeft aangegeven dat u zich ten aanzien van de voornoemde punten niet aan de reglementen heeft gehouden en dat daarover in de vergadering van de VvE zou worden gesproken.’
(xiv) In een brief van 23 mei 2022 van de toenmalige advocaat van [verkoper] is [koper] aangeschreven het appartementsrecht af te nemen. Verder is [koper] aangezegd dat [verkoper] aanspraak zal gaan maken op de boete zoals opgenomen in de koopovereenkomst.
(xv) In een brief van de advocaat van [koper] heeft hij aan [verkoper] geschreven, voor zover relevant:
‘Namens cliënt bericht ik u hierbij dat cliënt subsidiair en meer subsidiair (dus voor het geval de vernietiging geen standhoudt) de koopovereenkomst buitengerechtelijk ontbindt op grond van het feit dat uw cliënt in verzuim verkeert.’
(xvi) [verkoper] heeft op 28 juni 2022 een verzoekschrift ingediend bij de kantonrechter in Groningen tot vernietiging van het op 11 mei 2022 genomen besluit van de VvE tot onthouding van goedkeuring aan de verbouwing. De mondelinge behandeling van het verzoekschrift heeft op 15 maart 2023 plaatsgevonden. Bij die gelegenheid is afgesproken dat [verkoper] en de VvE zouden proberen een regeling te treffen. De onderhandelingen daarover waren ten tijde van de mondelinge behandeling bij het hof nog niet definitief afgerond.