Conclusie
1.Het cassatieberoep
2. “opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod”,
3 (primair). “witwassen” en
4. “een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben [2] ”
2.Het eerste middel
Op 22 juli 2021 omstreeks 20:45 uur zagen wij een Nederlands voertuig rijden voorzien van kenteken 27XHHV. Wij zagen dat het voertuig de A1 richting [plaats] opreed. Wij, [verbalisant 2] en [verbalisant 3] , zagen dat het voertuig een defect remlicht had. Hierop besloten wij het voertuig aan een controle te onderwerpen.
Wij zetten het voertuig stil op verzorgingsplaats [A] gelegen langs de Rijksweg A1 ter hoogte van [plaats] .
*** [betrokkene 1] , geboren op [geboortedatum] 1991 te [geboorteplaats] ***
Ik, [verbalisant 2] , liep naar het bijrijdersportier en legitimeerde mij direct en ongevraagd aan beide inzittenden. Ik zag dat de bijrijder mij volledig uit eigen wil een paspoort overhandigde. Ik zag dat hij bleek te zijn:
*** [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats] ***
Ik, [verbalisant 1] , stapte uit mijn dienstvoertuig en liep naar [betrokkene 1] en [verdachte] toe die beiden bij mijn collega’s [verbalisant 2] en [verbalisant 3] stonden.
Hierop liep ik, [verbalisant 1] , naar [verdachte] , nog voordat ik hem iets kon vragen zei [verdachte] geheel uit eigen wil: “Mag ik het pakken, het zit bij mijn ballen”. Ik vroeg aan hem wat hij daar dan had. Ik hoorde dat [verdachte] aangaf dat hij een dubbel loops vuurwapen bij zijn ballen had. Ik hoorde dat hij mij verklaarde dat er patronen in het vuurwapen zaten en dat het een dubbelloops vuurwapen was. Hierop liet ik [verdachte] rechtop staan, tilde ik zijn t-shirt omhoog en zag een zwarte sok zitten bij zijn broeksband, net onder de navel en boven zijn geslachtsdeel. Ik pakte voorzichtig de sok uit zijn broeksband en legde deze op de motorkap van het voertuig. Ik voelde in zijn linker broekzak of er nog patronen of dergelijke in zaten en haalde hier een klein pakketje met geld uit.
Omdat ik reeds een vuurwapen had aangetroffen zou het kunnen zijn dat er nog ergens patronen waren. Hierop deed ik het heuptasje af welke hij om zijn middel had. Ik opende het heuptasje en zag dat hier een heel dik pak geld in zat. Daarnaast zat nog een kleiner pakketje met geld. Dit geld was met elastieken bij elkaar gebonden. De bundeltjes waren gestapeld en horizontaal voorzien van een briefje geld.
Wij namen de volgende goederen in beslag.
- Geld, ongeveer 25.000,00 euro
- 3 mobiele telefoons
- Auto.
Op 22 juli 2021 waren wij, [verbalisant 3] en [verbalisant 2] , belast met het indicatief tellen van geld wat aangetroffen was tijdens de fouillering van verdachte [verdachte] . Voor de bevindingen van het aantreffen van het geld verwijs ik naar het proces-verbaal van bevindingen zoals opgemaakt onder nummer PL0600-2021341796-2.
Het geld dat wij aantroffen in de linker broekzak van de verdachte bleek te zijn:
5 x 50,00 euro = 250,00 euro
10 x 20,00 euro = 200,00 euro
4 x 10,00 euro = 40,00 euro
HEUPTASJE HEEL DIK PAK GELD
Het geld dat wij aantroffen in het heuptasje werd omschreven als “heel dik pak geld”, dit bleek te zijn:
25 pakketjes, waarbij elk pakketje 20 briefjes van 50 euro bevatte totaal:
500 x 50,00 euro = 25.000,00 euro
Het geld dat wij aantroffen in het heuptasje wat werd omschreven als “kleiner pakketje met geld” bleek te zijn:
6 x 100,00 euro = 600,00 euro
8 x 50,00 euro = 400,00 euro
50 x 20,00 euro = 1.000,00 euro
TOTAAL BEDRAG
Het totaal aangetroffen bedrag betrof na indicatief tellen: EURO 27.490,00 euro.
Op 23 juli 2021, omstreeks 14:30 uur, bevond ik mij samen met collega [verbalisant 5] in een verhoorkamer van het cellencomplex van het politiebureau aan de [a-straat 1] te [plaats] . Collega [verbalisant 5] en verbalisant waren voornemens verdachte [verdachte] te horen over de aangetroffen en in beslag genomen goederen tijdens de huiszoeking in [plaats] . Voorafgaand aan het verhoor hoorde verbalisant dat [verdachte] tegen collega [verbalisant 5] en verbalisant vertelde: dat hij nu toch wel drie of vier jaar weg was. Dat er drugs waren aangetroffen in zijn huis, daar kon hij niet omheen en dat was ook al wel eens eerder gebeurd. Daarover wist hij wel ongeveer wat er stond te gebeuren. Maar omdat er nu ook witwassen bij kwam was hij toch zeker goed voor drie of vier jaar zeker. Maar dat weten jullie beter. Hoelang ben ik nu weg? Verbalisant hoorde [verdachte] vragen aan collega [verbalisant 5] en aan verbalisant zelf wat de strafduur was én met drugs én met witwassen.”
Ten aanzien van het onder 3 primair en subsidiair tenlastegelegdeDe raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan opzet- of schuldwitwassen. Verdachte heeft verklaard dat het geld dat op 22 juli 2021 bij hem is aangetroffen van zijn broer en zus was. Hij had dat geld bij zich omdat zij een stuk grond in Turkije wilden kopen om daar een huis te bouwen voor hun moeder. Ter onderbouwing hiervan is verwezen naar de verklaringen van zijn broer en zus afgelegd bij de raadsheer-commissaris op 28 maart 2023. Uit de overgelegde pintransacties zou volgen dat zijn broer en zus geld hebben gepind. Verder heeft de zus van verdachte geld ingelegd dat zij op haar bruiloft heeft ontvangen. Deze bedragen komen overeen met het bedrag dat bij verdachte is aangetroffen. Hiermee geeft verdachte een onderbouwde verklaring met betrekking tot de herkomst en het doel van het geld. Niet gezegd kan worden dat het niet anders kan zijn dan dat de bij verdachte aangetroffen geldbedragen van misdrijf afkomstig zijn. Verdachte dient te worden vrijgesproken van het primair en subsidiair tenlastegelegde, aldus de raadsman.
Op 22 juli 2021 is verdachte met zijn medeverdachte aangehouden in verband met een defect remlicht. Verdachte is toen gefouilleerd en daarbij is een vuurwapen aangetroffen en een grote hoeveelheid contant geld (in totaal € 27.490,00). Bij de hierop volgende doorzoeking van de woning van verdachte zijn vervolgens drugs, nog een vuurwapen, munitie en een geldtelmachine aangetroffen. Bij de politie heeft verdachte zich op zijn zwijgrecht beroepen. Hij heeft alleen verklaard dat de medeverdachte, de bestuurder van de auto, er niks mee te maken had. Voorts heeft verdachte, blijkens het proces-verbaal van bevindingen van 3 augustus 2021, op het politiebureau aan twee politieagenten gevraagd wat de te verwachten strafduur is voor drugs en witwassen. Zelf dacht verdachte wel drie à vier jaar weg te zijn.
Oordeel van het hofHet hof is van oordeel dat de hierna te melden strafoplegging in overeenstemming is met de aard en de ernst van de bewezenverklaarde feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
4.Het derde middel
onttrekking aan het verkeervan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
terwijl op die afbeelding een seksuele gedraging zichtbaar is, waarbij een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedraging - zakelijk weergegeven - bestond uit:
het geheel naakt (laten) poseren van een persoo)n die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, waarbij door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose nadrukkelijk de ontblote billen in beeld gebracht worden waarbij de afbeelding een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling;
(bestandsnaam: [bestandsnaam] )”
2°. met betrekking tot welke het feit is begaan;
3°. met behulp van welke het feit is begaan of voorbereid;
4°. met behulp van welke de opsporing van het feit is belemmerd;
5°. die tot het begaan van het feit zijn vervaardigd of bestemd;