ECLI:NL:RBALK:2005:AT4944
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de hardheidsclausule bij studiefinanciering en toetsingsinkomen
In deze zaak heeft de Rechtbank Alkmaar op 21 april 2005 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een student, en de Informatie Beheer Groep (IB-Groep) over de toepassing van de hardheidsclausule in het kader van studiefinanciering. Eiser had in 1999 een invaliditeitsuitkering ontvangen, die door de IB-Groep als toetsingsinkomen werd aangemerkt, waardoor eiser een terugvordering van € 1.592,30 moest doen wegens meerinkomen. Eiser stelde dat deze uitkering niet als inkomen moest worden beschouwd, omdat het een vergoeding was voor kosten die hij had gemaakt als gevolg van een bedrijfsongeval in 1996.
De rechtbank oordeelde dat de IB-Groep in redelijkheid het beroep van eiser op de hardheidsclausule had moeten honoreren. De rechtbank concludeerde dat eiser niet redelijkerwijs had kunnen anticiperen op de hoogte en het moment van uitbetaling van de invaliditeitsuitkering. De rechtbank vond dat eiser niet had kunnen voorkomen dat hij de bijverdiengrens overschreed, omdat hij pas zekerheid had over de uitkering op het moment dat deze daadwerkelijk aan hem was uitbetaald. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit van de IB-Groep en droeg hen op een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak.
De rechtbank benadrukte dat de wetgeving omtrent studiefinanciering en toetsingsinkomen complex is en dat in bijzondere situaties, zoals die van eiser, de hardheidsclausule kan worden toegepast. De uitspraak heeft belangrijke implicaties voor studenten die in vergelijkbare situaties verkeren, aangezien het de mogelijkheid biedt om in uitzonderlijke gevallen een beroep te doen op de hardheidsclausule om onbillijke terugvorderingen te voorkomen.