ECLI:NL:RBALK:2006:AY4170
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het belanghebbendenbegrip in subsidiezaken met betrekking tot mosselzaadwinning
In deze zaak heeft de Rechtbank Alkmaar op 20 juni 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen een innovatief mosselzaadbedrijf en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De Minister had een innovatiesubsidie verleend aan [X] B.V. voor het project 'Alternatieve winning mosselzaad'. Eiseres, een concurrent van [X] B.V., heeft bezwaar gemaakt tegen deze subsidieverlening, maar dit bezwaar werd door de Minister niet-ontvankelijk verklaard. Eiseres stelde dat zij als belanghebbende moest worden aangemerkt, omdat de subsidie haar concurrentiepositie zou schaden.
De rechtbank heeft in haar overwegingen het belanghebbendenbegrip uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb) toegepast. Volgens artikel 1:2 van de Awb is een belanghebbende degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres niet voldeed aan de cumulatieve criteria die vereist zijn om als belanghebbende te worden aangemerkt. Deze criteria zijn dat de subsidie gericht moet zijn op het ontstaan van een concurrerend aanbod, dat het aanbod zich richt op hetzelfde marktsegment en dat het verstrekken van de subsidie dreigend omzetverlies voor de concurrent tot gevolg heeft.
De rechtbank concludeerde dat [X] B.V. al voor de subsidieverlening actief was op de mosselzaadmarkt, waardoor de subsidie niet gericht was op toetreding tot die markt. Bovendien was niet aannemelijk gemaakt dat de subsidie een dreigend omzetverlies voor eiseres zou veroorzaken. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en bevestigde de beslissing van de Minister om het bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren. De uitspraak benadrukt de strikte toepassing van het belanghebbendenbegrip in bestuursrechtelijke procedures, vooral in het kader van subsidieverlening.