ECLI:NL:RBALK:2009:BJ2408

Rechtbank Alkmaar

Datum uitspraak
1 april 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
109536 / KV RK 09-213
Instantie
Rechtbank Alkmaar
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid voorzieningenrechter bij verzoek tot leggen van derdenbeslag

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Alkmaar op 1 april 2009 uitspraak gedaan op een verzoekschrift van verzoekster, die conservatoir beslag wilde leggen op onroerende zaken en derdenbeslag onder ABN Amro Bank N.V. Het verzoek is ingediend op 31 maart 2009. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de vier onroerende zaken zich bevinden in Dordrecht en Utrecht, wat buiten het arrondissement Alkmaar ligt. Verzoekster woont in Nieuw-Vennep en de schuldenaar is gevestigd in Amsterdam. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het enkele feit dat ABN Amro Bank N.V. nevenvestigingen in Alkmaar heeft, niet voldoende is om de relatieve bevoegdheid van de rechtbank Alkmaar te rechtvaardigen. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat er geen enkele binding is met het arrondissement Alkmaar en heeft zich daarom onbevoegd verklaard om op het verzoek te beslissen. De advocaat van verzoekster heeft aangegeven geen verwijzing te wensen. De beslissing is genomen door mr. L.J. Saarloos, bijgestaan door de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK TE ALKMAAR
Sector civiel recht
CVZ/LJS
KV RK nummer: 109536/KV RK 09-213
datum: 1 april 2009
Beschikking van de voorzieningenrechter,
in de zaak van:
[naam verzoekster],
wonende te Nieuw Vennep, gemeente Haarlemmermeer,
VERZOEKSTER,
advocaat mr. F. Hoppe te Alkmaar,
tegen:
de besloten vennootschap NIEUWLEV B.V.,
gevestigd en kantoor houdende te Amsterdam,
GEREKWESTREERDE.
1. HET VERLOOP VAN HET GEDING
Op 31 maart 2009 is bij het bureau voorzieningenrechter van deze rechtbank ingekomen een verzoekschrift van verzoekster, strekkende tot het leggen van conservatoir beslag op onroerende zaken en tot het leggen van conservatoir derdenbeslag.
2. DE GRONDEN VAN DE BESLISSING
Het betreft hier een verzoek om beslag te mogen leggen op onroerende zaken en onder een derde. Ingevolge lid 1 van artikel 700 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv.) is bevoegd om daarover te oordelen de voorzieningenrechter van de rechtbank binnen het rechtsgebied waarvan zich een of meer van de betrokken zaken bevinden, dan wel (bij bijvoorbeeld een derdenbeslag) binnen welk rechtsgebied de schuldenaar of degene onder wie het beslag moet worden gelegd, woonplaats heeft.
De vier in beslag te nemen onroerende zaken bevinden zich in Dordrecht en Utrecht, dus buiten het arrondissement Alkmaar.
Verzoekster geeft aan derdenbeslag te willen leggen onder ABN Amro Bank N.V., volgens het verzoekschrift gevestigd te Hoofddorp. Ook dat levert geen bevoegdheid van de voorzieningenrechter van de rechtbank Alkmaar op.
Volgens het verzoekschrift zouden er vijf beslagen moeten worden gelegd. Voor geen enkele daarvan is enige binding met het arrondissement Alkmaar. Ook verzoekster zelf woont buiten dit arrondissement, namelijk in Nieuw-Vennep. De schuldenaar is gevestigd en houdt kantoor in Amsterdam.
Verzoekster heeft met betrekking tot de bevoegdheid aangevoerd dat ABN Amro Bank N.V. nevenvestigingen in Alkmaar heeft en dat op grond daarvan de voorzieningenrechter van deze rechtbank bevoegd is om over alle onderdelen van het verzoek kennis te nemen.
Dat standpunt wordt door de voorzieningenrechter verworpen.
Het enkele feit dat een vennootschap een filiaal houdt in een arrondissement kan geen bevoegdheid creëren. Indien dat anders zou zijn, zou het eerste lid van artikel 700 Rv. een loze bepaling worden ten aanzien van de relatieve bevoegdheid als het gaat om een beslag onder een bankinstelling op vorderingen die een schuldenaar op die bankinstelling heeft. Van algemene bekendheid is immers dat de grotere bankinstellingen in Nederland filialen in alle arrondissementen hebben. Als de redering van verzoekster zou worden gevolgd, zouden bij dergelijke conservatoire derdenbeslagen alle voorzieningenrechters in Nederland bevoegd zijn om te beslissen op verzoekschriften daartoe.
Gelet op het voorgaande acht de voorzieningenrechter van de rechtbank Alkmaar zich niet bevoegd om op het verzoek te beslissen.
De advocaat van verzoekster heeft desgevraagd verklaard geen verwijzing te wensen.
3. DE BESLISSING
De voorzieningenrechter:
- verklaart zich onbevoegd van het verzoek kennis te nemen.
Gegeven door mr. L.J. Saarloos, voorzieningenrechter van de Rechtbank te Alkmaar op 1 april 2009, bijgestaan door de griffier.