ECLI:NL:RBALK:2009:BK2195
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot overdracht van aandelen in Jamé Coatings B.V. en sanctie bij onjuiste feitenweergave
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Alkmaar, heeft de rechtbank op 16 september 2009 een vonnis gewezen in een geschil tussen Elsan Holding B.V. en Altracom Beheer B.V. met betrekking tot de overdracht van aandelen in Jamé Coatings B.V. De rechtbank had eerder op 15 april 2009 een tussenvonnis gewezen, waarin werd vastgesteld dat de vordering van Elsan toewijsbaar was. Altracom en Elcoms werden verplicht om hun aandelen in Jamé Coatings B.V. aan Elsan over te dragen. De rechtbank oordeelde dat Altracom bewust onjuiste informatie had verstrekt over de waarde van de aandelen, wat in strijd was met artikel 21 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Hierdoor werd Altracom de mogelijkheid ontnomen om bewijs te leveren over de waarde van de aandelen, en de rechtbank bepaalde dat de waarde op nihil werd gesteld.
De rechtbank oordeelde dat de vorderingen van Elsan onder II tot en met V eveneens toewijsbaar waren, en dat Altracom en Elcoms als in het ongelijk gestelde partijen in de proceskosten moesten worden veroordeeld. De rechtbank bepaalde dat de uitspraak dezelfde kracht heeft als een in wettige vorm opgemaakte akte van overdracht en dat de kosten van overdracht gelijkelijk over de partijen werden verdeeld. De proceskosten aan de zijde van Elsan werden begroot op een totaal van € 1.451,85, inclusief griffierecht en advocaatkosten.
Het vonnis werd uitgesproken ter openbare terechtzitting, waarbij de rechter L.J. Saarloos aanwezig was. De zaak benadrukt het belang van waarheidsgetrouwe informatieverstrekking in civiele procedures en de sancties die kunnen volgen bij het bewust onjuist weergeven van feiten.