ECLI:NL:RBALK:2010:BO8184
Rechtbank Alkmaar
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B. Liefting-Voogd
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de rechtbank bij verzoek om handhaving op basis van de Wet milieubeheer
In deze zaak heeft de Rechtbank Alkmaar op 7 december 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. drs. E. Kronemeijer, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Medemblik. Eiser had op 13 juli 2010 verzocht om handhaving van de nadere eisen die bij een eerder besluit waren gesteld voor de Fatih moskee. Na het verstrijken van de termijn voor het nemen van een besluit, heeft eiser op 20 oktober 2010 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door verweerder. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder op 2 november 2010 alsnog een besluit heeft genomen, maar dat dit besluit niet geheel tegemoet kwam aan het beroep van eiser.
De rechtbank heeft geoordeeld dat zij bevoegd is om te beslissen op het beroep, omdat het verzoek om handhaving onder de Wet milieubeheer valt. De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder in gebreke is gebleven bij het tijdig nemen van een besluit en dat eiser recht heeft op een verbeurde dwangsom. De hoogte van de dwangsom is vastgesteld op € 900,-, berekend over een periode van 42 dagen, waarbij de rechtbank de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft toegepast.
Daarnaast heeft de rechtbank verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser, die zijn vastgesteld op € 109,25. De rechtbank heeft het beroepschrift van eiser doorverwezen naar verweerder ter behandeling als bezwaarschrift, omdat het besluit van 2 november 2010 niet geheel aan het beroep tegemoet kwam. De uitspraak biedt inzicht in de toepassing van de Wet milieubeheer en de bevoegdheden van de rechtbank in bestuursrechtelijke procedures.