ECLI:NL:RBALK:2011:BU3530
Rechtbank Alkmaar
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Toekenning schadevergoeding na vrijspraak in kantonprocedure met betrekking tot de Leerplichtwet
In deze zaak heeft de kantonrechter te Hoorn, zitting houdende te Alkmaar, op 7 november 2011 uitspraak gedaan naar aanleiding van een verzoekschrift van verzoekster, die vrijgesproken was van een overtreding van de Leerplichtwet. Verzoekster had een schadevergoeding van € 2.336,62 en € 357,48 voor kosten van rechtsbijstand aangevraagd, na haar vrijspraak op 22 april 2011. De rechtbank heeft het verzoek in behandeling genomen, ondanks dat de officier van justitie stelde dat verzoekster niet ontvankelijk was in haar verzoek. De rechtbank oordeelde dat de zaak terecht door de kantonrechter te Hoorn behandeld moest worden, en dat verzoekster ontvankelijk was in haar verzoek, omdat het verzoekschrift tijdig was ingediend en de zaak was geëindigd zonder straf of maatregel.
De kantonrechter heeft vervolgens de noodzaak van juridische bijstand door de gemachtigde, de heer P.J. van Zuidam, erkend. De rechtbank oordeelde dat de kosten die door de gemachtigde waren gemaakt, billijk waren en dat deze vergoed dienden te worden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werkzaamheden van Van Zuidam noodzakelijk waren voor de vrijspraak van verzoekster. De vergoeding werd vastgesteld op € 1.426,58, inclusief de kosten voor het opstellen van het verzoekschrift en reiskosten. De beslissing werd genomen met inachtneming van de omstandigheden van de zaak en de deskundigheid van de gemachtigde.
De kantonrechter heeft de griffier gelast om het bedrag aan verzoekster te betalen, en de beslissing werd uitgesproken in een openbare zitting. Deze uitspraak benadrukt de mogelijkheid voor een gewezen verdachte om schadevergoeding te vragen voor gemaakte kosten in het kader van een vrijspraak, en bevestigt de rol van gemachtigden in dergelijke procedures.