ECLI:NL:RBALM:2008:BG5982
Rechtbank Almelo
- Voorlopige voorziening
- R.J. Jue
- Rechtspraak.nl
Voortijdige beëindiging van een tijdelijk dienstverband als vrijwillig brandweerman na schorsing wegens verdenking van brandstichting
In deze zaak gaat het om de voortijdige beëindiging van een tijdelijk dienstverband van verzoeker als vrijwillig brandweerman bij de gemeente Dinkelland. Verzoeker was per 1 oktober 2007 aangesteld voor een proeftijd van twee jaar. Op 22 april 2008 ontstond er een heidebrand in het buitengebied van Dinkelland, waarbij verzoeker door de politie als verdachte werd aangemerkt. Dit leidde tot een ordemaatregel waarbij verzoeker werd geschorst. Hoewel verzoeker later door de strafrechter werd vrijgesproken van brandstichting, besloot het College van Burgemeester en Wethouders op 29 oktober 2008 om het dienstverband van verzoeker per 1 november 2008 te beëindigen.
Verzoeker maakte bezwaar tegen dit besluit en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, zodat het besluit geschorst zou worden totdat op het bezwaarschrift was beslist. Tijdens de openbare behandeling op 18 november 2008 werd verzoeker bijgestaan door zijn advocaat, terwijl de gemeente werd vertegenwoordigd door medewerkers van de brandweer en een advocaat.
De voorzieningenrechter overwoog dat, op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, de vraag moest worden beantwoord of onverwijlde spoed het treffen van een voorlopige voorziening vereiste. De rechter concludeerde dat de beëindiging van het dienstverband gerechtvaardigd was, omdat verzoeker niet voldeed aan de redelijke eisen en verwachtingen die aan hem als brandweerman mochten worden gesteld. De rechter oordeelde dat het vertrouwen in verzoeker was geschaad door zijn gedragingen en de onwaarheden die hij had verteld over de brand. De voorzieningenrechter wees het verzoek om schorsing van het besluit af, omdat er geen reden was om aan te nemen dat het besluit in bezwaar niet stand zou houden.