ECLI:NL:RBALM:2012:BV7917
Rechtbank Almelo
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Bloebaum
- A. Lemain
- E. Ellenbroek
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen afname celmateriaal op grond van de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden
In deze zaak heeft de Rechtbank Almelo op 29 februari 2012 uitspraak gedaan over een bezwaarschrift van een veroordeelde tegen de afname van celmateriaal ten behoeve van DNA-onderzoek. De veroordeelde was eerder op 15 juni 2011 door de politierechter veroordeeld voor verduistering, waarvoor zij een taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd kreeg. De officier van justitie had op basis van de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden het bevel gegeven om celmateriaal van de veroordeelde af te nemen. Dit leidde tot een bezwaarschrift, dat op 15 februari 2012 in de raadkamer werd behandeld, waarbij de veroordeelde niet aanwezig was, maar haar advocaat en de officier van justitie wel gehoord werden.
De raadsvrouw van de veroordeelde stelde dat de uitzonderingssituatie van artikel 2, eerste lid, sub b van de Wet van toepassing was, omdat verduistering in de wetsgeschiedenis wordt genoemd als misdrijf waarvoor DNA-onderzoek niet van betekenis kan zijn. De officier van justitie betoogde echter dat de Wet sinds een wetswijziging van toepassing is op alle misdrijven, zonder uitzonderingen. De rechtbank heeft vervolgens het toetsingskader vastgesteld en beoordeeld of de afname van celmateriaal gerechtvaardigd was.
De rechtbank concludeerde dat de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden van toepassing was, maar dat er geen feiten of omstandigheden waren die erop wezen dat de veroordeelde in het verleden andere misdrijven had gepleegd of dat er een kans op recidive bestond. Daarom oordeelde de rechtbank dat de afname van celmateriaal niet relevant was voor de opsporing en vervolging van strafbare feiten. De rechtbank verklaarde het bezwaarschrift gegrond en beval de officier van justitie om het afgenomen celmateriaal te vernietigen. Deze beschikking werd gegeven door de meervoudige raadkamer en is openbaar uitgesproken op 29 februari 2012.