ECLI:NL:RBAMS:2003:AF6343
Rechtbank Amsterdam
- Raadkamer
- A.M.C. de Wit
- A.M.I. van der Does
- P.K. van Riemsdijk
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift inzake inzage proces-verbaal door benadeelde partij in strafzaak
In deze zaak hebben vier klagers bezwaar gemaakt tegen het onthouden van inzage in processtukken door de officier van justitie. De klagers, die zich als benadeelde partijen in het strafproces tegen de verdachte wensen te voegen, hebben op 13 maart 2003 een bezwaarschrift ingediend. Tijdens de behandeling in raadkamer op 20 maart 2003 is gebleken dat klagers 1, 3 en 4 zich ten tijde van het indienen van het bezwaarschrift nog niet hadden gevoegd, waardoor zij niet ontvankelijk zijn in hun bezwaar. Klager 2 heeft zich echter wel gevoegd en heeft verzocht om inzage in het proces-verbaal van de uitgebreide verklaring die de verdachte heeft afgelegd voor de rechter-commissaris op 19, 20 en 22 november 2002.
De rechtbank heeft overwogen dat klager 2 een rechtens te respecteren belang heeft bij inzage in het proces-verbaal, omdat dit hem in staat stelt zich geestelijk voor te bereiden op de aanstaande inhoudelijke behandeling van de strafzaak. De rechtbank heeft vastgesteld dat de officier van justitie de inzage heeft geweigerd op basis van het belang van het onderzoek en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de verdachte. Echter, de rechtbank oordeelt dat deze belangen niet zwaarder wegen dan het recht van klager 2 op inzage, vooral gezien de aanstaande zitting op 27 maart 2003.
De rechtbank heeft daarom het bezwaarschrift van klager 2 gegrond verklaard en gelast dat hem onmiddellijk een afschrift van het proces-verbaal wordt verstrekt. De beslissing is op 25 maart 2003 uitgesproken in openbare terechtzitting door de voorzitter en de rechters, in aanwezigheid van de griffier.