ECLI:NL:RBAMS:2005:AT9961
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- E.D. Bonga-Sigmond
- B.M. Vroom-Cramer
- J.L. Hillenius
- Rechtspraak.nl
Overlevering aan Hongarije toegestaan; onrechtmatige aanhouding op basis van Interpolsignalering
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 5 juli 2005 uitspraak gedaan over de overlevering van de opgeëiste persoon aan Hongarije. De opgeëiste persoon, geboren in 1963 en thans gedetineerd in het Huis van Bewaring te Lelystad, was op 5 april 2005 aangehouden op basis van een Interpolsignalering. De rechtbank oordeelde dat deze aanhouding onrechtmatig was, omdat de aanhouding op basis van artikel 15 van de Overleveringswet (OLW) alleen is toegestaan bij signalering in het Schengen Informatie Systeem (SIS). De rechtbank stelde vast dat de termijn voor de overleveringsdetentie niet was aangevangen, waardoor de opgeëiste persoon op 5 juli 2005 in vrijheid werd gesteld.
De rechtbank heeft ook het verzoek tot schorsing van de overleveringsdetentie afgewezen. De raadsman van de opgeëiste persoon had aangevoerd dat de verlengde termijn op 6 juli 2005 zou verstrijken, terwijl de officier van justitie stelde dat deze termijn pas eind juli 2005 zou verstrijken. De rechtbank oordeelde dat de termijn was gaan lopen op de dag van de rechtmatige aanhouding op 25 april 2005, en dat deze termijn pas op 24 juli 2005 zou aflopen. Daarom werd het verzoek tot schorsing afgewezen.
De rechtbank heeft in haar overwegingen ook verwezen naar eerdere beslissingen en de relevante artikelen van de Overleveringswet en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De opgeëiste persoon had geen recht op bescherming op basis van artikel 12 van het EG-Verdrag, omdat zijn verblijfsrecht onvoldoende was onderbouwd. De rechtbank concludeerde dat de feiten waarvoor de overlevering werd gevraagd, zich allemaal in Hongarije hadden afgespeeld, en dat er geen terugkeergarantie was.