ECLI:NL:RBAMS:2006:BA8883
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. van Hees
- C. Uriot
- M.F.J.M. de Werd
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige weigering bouwvergunning door gemeente Hilversum
In deze bodemzaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 19 juli 2006 uitspraak gedaan in een geschil tussen verschillende vennootschappen en de gemeente Hilversum over de weigering van een bouwvergunning. De eisers, waaronder AA Magnesiethandel C.V., Aluwerk A B.V. en B Kolenhandel B.V., stelden dat de gemeente onrechtmatig had gehandeld door hun aanvraag voor een bouwvergunning te weigeren. De rechtbank oordeelde dat de weigering van de bouwvergunning, evenals het besluit van de gemeente om het bezwaar van de eisers ongegrond te verklaren, onrechtmatig was. De rechtbank stelde vast dat de gemeente niet voldoende had gemotiveerd waarom de vergunning niet verleend kon worden en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die deze onrechtmatigheid konden rechtvaardigen. De rechtbank heeft de schadeplichtige periode vastgesteld en partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de schade. De eisers vorderden een schadevergoeding van in totaal EUR 6.764.000,- en EUR 11.761,96, vermeerderd met rente en kosten. De gemeente voerde aan dat er geen causaal verband was tussen de onrechtmatige besluiten en de gestelde schade, en dat de vordering was verjaard. De rechtbank verwierp deze verweren en oordeelde dat de vordering niet was verjaard, aangezien de verjaringstermijn pas ingaat op de dag van vernietiging van het bestuursbesluit. De rechtbank concludeerde dat de gemeente aansprakelijk was voor de schade die de eisers hadden geleden als gevolg van de onrechtmatige besluiten en dat de schadeplichtige periode liep van 2 januari 1998 tot 10 augustus 2005. De zaak werd aangehouden voor verdere behandeling van de schadeposten en de mogelijkheid om een deskundige te benoemen voor de vaststelling van de schade.