ECLI:NL:RBAMS:2007:BA5879
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing en afwijzing van verzoeken tot opheffing van opschortende werking van monumentenvergunningen voor rijksmonumenten in Amsterdam
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 24 mei 2007 uitspraak gedaan in een geschil over de sloop van het Van Houten-pand aan de Rozenstraat 72, dat als rijksmonument is aangemerkt. De woningstichting Eigen Haard had vergunningen aangevraagd voor het wijzigen van verschillende panden aan de Rozengracht, terwijl de gemeente Amsterdam vergunning had verleend voor de sloop van panden aan de Rozenstraat. De vereniging Jordanese Buurtgroep Schievink (JBS) en de vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad (VVAB) hebben tegen deze vergunningen beroep ingesteld, wat leidde tot opschorting van de werking van de vergunningen totdat de rechter uitspraak zou doen over de rechtmatigheid ervan.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat de sloop van het Van Houten-pand niet kan worden toegestaan, omdat dit zou kunnen leiden tot een situatie waarin de sloop van het pand aan de Rozenstraat 72 onontkoombaar wordt. De rechter heeft vastgesteld dat er onvoldoende ruimte is om de sloop toe te staan, gezien de monumentale status van het pand en de lopende politieke discussie over de bescherming van de Van Houten-panden. De rechter heeft het verzoek van Eigen Haard tot opheffing van de opschortende werking van de vergunningen voor de panden aan de Rozengracht toegewezen, omdat deze voornamelijk betrekking hadden op restauratiewerkzaamheden, maar het verzoek tot sloop van de panden aan de Rozenstraat afgewezen.
De uitspraak benadrukt het belang van de monumentale status van de panden en de noodzaak om zorgvuldig om te gaan met de bescherming van cultureel erfgoed. De rechter heeft geen proceskostenveroordeling of vergoeding van griffierecht opgelegd, gezien de aard van de procedure. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.