Beoordeling
4. Waar nodig zal hierna nader worden ingegaan op de stellingen en weren van partijen. Geoordeeld wordt als volgt.
5. Kern van het geschil tussen partijen vormt de vraag of [gedaagde] ingaande januari 2006 met Agis een overeenkomst betreffende een aanvullende verzekering voor ziektekosten is aangegaan.
6. De stellingen van Agis komen er op neer dat tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen omdat [gedaagde] het onder 1.1 bedoelde aanbod van 2 december 2005 stilzwijgend heeft geaccepteerd. Daarbij verwijst Agis naar een brochure van het ministerie van VWS waaruit volgens haar blijkt dat de wetgever uitdrukkelijk heeft gekozen voor een systeem waarbij de verzekerde automatisch kiest voor de door de verzekeraar aangeboden polis tenzij de verzekerde zelf mededeelt dat deze een andere verzekering en/of verzekeraar wenst.
7. Uit de stellingen van Agis en de overgelegde stukken volgt dat er (ook) ten aanzien van de aanvullende verzekering geen sprake was van een voortzetting van een bestaande overeenkomst, maar van een aanbod van Agis tot het aangaan van een nieuwe overeenkomst. Een overeenkomst komt in beginsel tot stand door aanvaarding daarvan, dat wil zeggen door een tot de aanbieder gerichte wilsverklaring. Een dergelijke wilsverklaring van [gedaagde] is gesteld noch gebleken. Kennelijk doet Agis een beroep op de uitzondering op dit beginsel zoals bepaald in artikel 2.5.1 lid 1 Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet. Onderzocht moet worden of de betreffende bepalingen ook van toepassing zijn op de aanvullende verzekering.
8. Artikel 2.5.1. lid 1 Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet bepaalt:
’In afwijking van artikel 217 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek en van artikel 41, eerste lid, van de Wet financiële dienstverlening, is een verzekeringsplichtige die voor 16 december 2005 van zijn ziekenfonds of zijn ziektekostenverzekeraar een aanbod heeft ontvangen tot het sluiten van een zorgverzekering met een in dat aanbod aangewezen zorgverzekeraar, met ingang van 1 januari 2006 volgens de in dat aanbod aangeduide variant van de zorgverzekering bij die zorgverzekeraar verzekerd, tenzij hij degene die het aanbod deed voor die datum heeft laten weten het aanbod te verwerpen.’
9. Bovenbedoelde bepaling heeft uitsluitend betrekking op een aanbod tot het sluiten van een zorgverzekering. Artikel 1 onder i van genoemde wet bepaalt dat in hoofdstuk 2 van die wet wordt verstaan onder ‘zorgverzekering’:
’de verzekering, bedoeld in artikel 1, onderdeel d, van de Zorgverzekeringswet’.
10. Artikel 1 onder d. Zorgverzekeringswet bepaalt dat wordt verstaan onder ‘zorgverzekering’:
’een tussen een zorgverzekeraar en een verzekeringnemer ten behoeve van een verzekeringsplichtige gesloten schadeverzekering, die voldoet aan hetgeen daarover bij of krachtens deze wet is geregeld, en waarvan de verzekerde prestaties het bij of krachtens deze wet geregelde niet te boven gaan’.