ECLI:NL:RBAMS:2008:BF3975
Rechtbank Amsterdam
- Eerste en enige aanleg
- A.C.A. Wildenburg
- Rechtspraak.nl
Vordering tot opheffing van een erfdienstbaarheid met betrekking tot onrechtmatig gebruik
In deze zaak heeft eiser A een vordering ingesteld tot opheffing van een erfdienstbaarheid, met als grondslag dat deze erfdienstbaarheid overbodig is geworden en dat er op onrechtmatige wijze gebruik van wordt gemaakt. De rechtbank Amsterdam heeft op 27 augustus 2008 uitspraak gedaan in deze civiele zaak, waarbij de vordering in beginsel toewijsbaar werd geacht, maar slechts onder bepaalde voorwaarden. Eiser A kreeg de gelegenheid om zich uit te laten over deze voorwaarden, maar heeft aangegeven niet aan deze voorwaarden te kunnen voldoen. Hierdoor werd de vordering afgewezen.
De rechtbank overwoog dat de wet slechts in beperkte gevallen de mogelijkheid biedt om een erfdienstbaarheid op te heffen. Klachten over misbruik van recht zijn, indien juist, wellicht onrechtmatig, maar vormen geen goede grondslag voor opheffing van de erfdienstbaarheid. De rechtbank stelde dat A een andere vordering had moeten instellen om het onrechtmatige gebruik aan te vechten, in plaats van te trachten de erfdienstbaarheid op te heffen.
De rechtbank heeft de vordering van A afgewezen en hem veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van gedaagde B zijn begroot op € 1.381. De kostenveroordeling is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis is gewezen door rechter A.C.A. Wildenburg en openbaar uitgesproken op 27 augustus 2008.