ECLI:NL:RBAMS:2008:BI4200
Rechtbank Amsterdam
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot dwangakkoord in schuldsaneringsregeling
In deze zaak hebben verzoekers, een echtpaar met twee minderjarige kinderen, op 14 mei 2008 een verzoekschrift ingediend tot het van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling en een verzoek tot instemming met een aangeboden schuldregeling (dwangakkoord) aan de Belastingdienst en [C]. De rechtbank heeft op 10 juni 2008 de zaak behandeld, waarbij verzoekers bijgestaan werden door een tolk en een schuldhulpverleenster. De Belastingdienst en [C] waren ook vertegenwoordigd, maar [C] was niet verschenen.
De rechtbank constateerde dat de berekening van het vrij te laten bedrag voor verzoekers te hoog was, omdat er geen rekening was gehouden met de studiekosten van hun kinderen. Dit leidde tot een vrij te laten bedrag van € 1.194,36. Verzoekster verklaarde niet in staat te zijn om betaalde arbeid te verrichten vanwege haar suikerziekte, maar de rechtbank oordeelde dat zij niet arbeidsongeschikt was verklaard en dat er voldoende werk beschikbaar was waarvoor geen goede beheersing van de Nederlandse taal vereist was.
De rechtbank concludeerde dat er een reële kans was dat verzoekers in de toekomst meer afloscapaciteit zouden verwerven, maar dat de Belastingdienst en [C] in redelijkheid niet tot weigering van instemming met de schuldregeling hadden kunnen komen. Het verzoek tot het vaststellen van het dwangakkoord werd dan ook afgewezen. De rechtbank besloot dat op het verzoek tot het van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling bij afzonderlijk vonnis zou worden beslist.