ECLI:NL:RBAMS:2009:BL5763
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een verzoek tot opheffing van de opschorting van een monumentenvergunning voor een ondergrondse bunker in Amsterdam
Op 23 december 2009 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een monumentenvergunning voor een ondergrondse bunker onder het gebouw aan de Jan van Eijckstraat 47 te Amsterdam. De vergunning was op 28 september 2009 verleend door het dagelijks bestuur van het stadsdeel Oud Zuid van de gemeente Amsterdam. De vergunninghouder, vertegenwoordigd door mr. drs. M.A. Grapperhaus, verzocht om opheffing van de opschorting van de vergunning, die was ingesteld naar aanleiding van een beroepsprocedure door de vereniging Buurtvereniging Adama van Scheltemaplein en anderen. Deze beroepsprocedure was geregistreerd onder nummer AWB 09/5229 BESLU.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat de vergunning op rechtmatige wijze was verleend, mede op basis van positieve adviezen van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en de Commissie voor Welstand en Monumenten. De rechter oordeelde dat er geen tegenadvies van een onafhankelijke deskundige was overgelegd en dat de vergunninghouder onevenredig nadeel ondervond door de opschorting van de vergunning. Dit nadeel was financieel van aard, met extra huurkosten en vertragingsschade als gevolg van de opschorting.
De rechter heeft geconcludeerd dat het belang van de vergunninghouder bij de verlening van de vergunning zwaarder weegt dan het belang van het behoud van monumentale waarden. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek tot opheffing van de opschorting van de vergunning toegewezen. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.