ECLI:NL:RBAMS:2010:BL6806
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C.J. Polak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van ZW-uitkering op basis van eerdere beslissing zonder nieuwe feiten
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 5 februari 2010 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. P. Goettsch, en de raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiser had verzocht om herziening van zijn Ziektewet (ZW) uitkering, die met terugwerkende kracht vanaf 11 oktober 2005 was toegekend. Dit verzoek was gebaseerd op de stelling dat er nieuwe feiten en omstandigheden waren die de eerdere beslissing van 4 november 2005, die in rechte onaantastbaar was geworden, zouden rechtvaardigen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen die het terugkomen op het eerdere besluit rechtvaardigen. Eiser had aangevoerd dat zijn psychische gesteldheid hem verhinderde om tijdig bezwaar te maken tegen het eerdere besluit, maar de rechtbank oordeelde dat deze omstandigheid niet relevant was voor de beoordeling onder artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank concludeerde dat verweerder terecht had gesteld dat er geen aanleiding was om terug te komen op het besluit van 4 november 2005.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht. De uitspraak werd gedaan door rechter C.J. Polak, in aanwezigheid van griffier B.O. Schaafsma, en werd openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Centrale Raad van Beroep te Utrecht.