ECLI:NL:RBAMS:2011:BP7607

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
17 februari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/5172
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongegrondverklaring beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting wegens defecte parkeermeter

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 17 februari 2011 uitspraak gedaan in een geschil over een naheffingsaanslag parkeerbelasting. Eiseres had op 28 juni 2010 haar auto geparkeerd aan de A-straat in Amsterdam, waar bij controle geen geldig betaalbewijs werd aangetroffen. De gemeente Amsterdam, als verweerder, legde daarop een naheffingsaanslag op. Eiseres voerde aan dat de parkeermeter defect was, waardoor zij geen parkeerbelasting kon voldoen. De rechtbank verwierp deze stelling, omdat de verplichting tot betaling van de belasting ook geldt als de parkeermeter defect is. Eiseres had de mogelijkheid om naar een andere parkeermeter te lopen, maar had dit nagelaten. De rechtbank oordeelde dat de gevolgen van haar keuze om met een hond en twee kleine kinderen te parkeren, voor haar rekening komen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees erop dat de grief over invorderingskosten niet in deze procedure kon worden behandeld, aangezien daarvoor een aparte rechtsgang openstaat. De uitspraak werd gedaan door rechter mr. C.J. Hummel, in aanwezigheid van griffier mr. P.J.M. de Jong. De beslissing werd openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te Amsterdam.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Sector bestuursrecht, enkelvoudige belastingkamer
Zaaknummer: AWB 10/5172
Uitspraakdatum: 17 februari 2011
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak in het geding tussen
X te Z,
gemachtigde: A
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam, verweerder.
De bestreden uitspraak op bezwaar
De uitspraak van verweerder van 23 augustus 2010 op het bezwaar van eiseres tegen de aan haar opgelegde naheffingsaanslag parkeerbelasting.
Zitting
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 7 februari 2011. Gemachtigde van eiseres is daar verschenen. Namens verweerder is verschenen M.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Gronden
1. Eiseres heeft op 28 juni 2010 haar auto, met kenteken AA-BB-00, geparkeerd aan de A-straat, ter hoogte van nummer 30 te Amsterdam. Op genoemde datum werd bij controle van voormelde auto geen geldig betaalbewijs aangetroffen. Ter zake hiervan heeft verweerder een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd.
2. Tussen partijen is niet in geschil dat de auto geparkeerd stond op een plaats en tijdstip waar parkeerbelasting verschuldigd was, zonder dat deze belasting was voldaan door eiseres.
3. De stelling van eiseres dat de parkeermeter defect was waardoor zij geen parkeerbelasting kon voldoen, wordt verworpen. De verplichting tot voldoening van de verschuldigde belasting blijft ook bestaan indien de parkeermeter defect is (vergelijk: Hoge Raad 22 november 1995, nr. 30 456, gepubliceerd in BNB 1996/28). In dat geval ligt het op de weg van eiseres op zoek te gaan naar een andere meter. Zij heeft dit nagelaten. Verweerder heeft in dit verband een overzicht ingebracht waaruit blijkt dat er in de nabijheid van de plaats waar de auto geparkeerd stond, zich meerdere parkeermeters bevonden, alwaar eiseres de door haar verschuldigde parkeerbelasting had kunnen voldoen. Ook heeft verweerder een overzicht ingebracht waaruit blijkt dat deze alternatieve parkeermeters ten tijde van het onderhavige parkeren niet defect waren, althans dat daarvan geen melding was gemaakt. Verweerder heeft hiermee voldoende aannemelijk gemaakt dat eiseres in de gelegenheid was de verschuldigde belasting bij een nabije parkeermeter te voldoen. De naheffingsaanslag is dan ook terecht opgelegd. De rechtbank verwerpt de grief van eiseres dat zij niet in staat was om naar een andere parkeermeter te lopen omdat zij op dat moment een hond en twee kleine kinderen (waarvan één in een ‘Maxi Cosi’) bij zich had. De rechtbank heeft gezien die omstandigheden weliswaar begrip voor de door eiseres gemaakte afweging, doch is niettemin van oordeel dat de gevolgen daarvan, de onderhavige naheffingsaanslag, voor haar rekening dienen te komen. Eiseres heeft zichzelf immers vrijwillig in deze (haar beperkende) situatie gebracht. Het is daarom naar het oordeel van de rechtbank redelijk dat de gevolgen daarvan voor haar risico komen. Van overmacht is in het onderhavige geval geen sprake.
4. Eiseres heeft in haar beroepschrift grieven geuit ten aanzien van de aan haar berekende invorderingskosten (aanmaning/dwangbevel). Deze grief kan echter geen deel uitmaken van het hier aan de orde zijnde geding, nu daarvoor een aparte rechtsgang openstaat bij de ambtenaar belast met de invordering. De rechtbank overweegt ten overvloede dat in artikel 6:16 Algemene wet bestuursrecht is bepaald dat het instellen van een rechtsmiddel de betaalplicht niet opschort.
5. Gelet op het vorengaande is het beroep ongegrond verklaard. Bij die uitkomst ziet de rechtbank geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.J. Hummel, rechter, in tegenwoordigheid van mr. P.J.M. de Jong, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 17 februari 2011.
Afschrift verzonden aan partijen op:
De rechtbank heeft geen bezwaar tegen afgifte door de griffier van een afschrift van het proces-verbaal in geanonimiseerde vorm.
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Amsterdam (belastingkamer), Postbus 1312, 1000 BH Amsterdam.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1 - bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.