ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ3660
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake bouw- en sloopvergunning in Amsterdam
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 7 maart 2011 uitspraak gedaan over de verzoeken tot het treffen van een voorlopige voorziening in het kader van de bouw- en sloopvergunningen voor werkzaamheden aan een pand in Amsterdam. De verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. M.H.J. van Driel, hebben bezwaar gemaakt tegen het besluit van het dagelijks bestuur van het stadsdeel Zuid van de gemeente Amsterdam, dat op 26 oktober 2010 was genomen. De voorzieningenrechter heeft de verzoeken behandeld tijdens een zitting op 21 februari 2011, waarbij zowel verzoekers als verweerder en belanghebbende aanwezig waren, elk met hun eigen gemachtigden en deskundigen.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat er geen sprake is van een architectonische eenheid, zoals door de verzoekers werd gesteld. Ook is niet aannemelijk gemaakt dat het gebruik van de Bachzaal in strijd is met het bestemmingsplan. De voorzieningenrechter heeft de argumenten van de verzoekers over de welstandscriteria en het parkeeronderzoek verworpen, en geconcludeerd dat verweerder zich terecht op de adviezen van de welstandscommissie heeft gebaseerd. De voorzieningenrechter heeft uiteindelijk geoordeeld dat er geen aanleiding is om de verzoeken tot het treffen van een voorlopige voorziening toe te wijzen, en heeft deze verzoeken afgewezen.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing. De voorzieningenrechter heeft de zaak met zorg behandeld en de belangen van alle partijen afgewogen, maar heeft geen spoedeisendheid kunnen vaststellen die het treffen van een voorlopige voorziening rechtvaardigt.