ECLI:NL:RBAMS:2011:BU1979
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Informatie- en adviesplicht van de bewonerscommissie bij verkoop van sociale huurwoningen
Op 8 november 2010 heeft de Bewonerscommissie een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank Amsterdam, sector Kanton, met betrekking tot de informatieplicht van [verweerster] over de voorgenomen verkoop van sociale huurwoningen. De zaak betreft de vraag of de Bewonerscommissie tijdig en adequaat geïnformeerd is over het voornemen van [verweerster] om 100% van de sociale huurwoningen te verkopen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Bewonerscommissie weliswaar geïnformeerd is via een brief van 10 juni 2010, maar dat deze informatie niet op eigen initiatief door [verweerster] is verstrekt. De rechtbank oordeelt dat de brief niet voldoet aan de eisen van de Overlegwet, maar dat dit niet leidt tot opschorting van het verkoopvoorstel, aangezien de Bewonerscommissie geen schade heeft aangetoond door het nalaten van [verweerster].
De rechtbank heeft verder geoordeeld dat de Bewonerscommissie op basis van artikel 5 van de Overlegwet niet om advies hoefde te worden gevraagd, omdat het hier gaat om een algemeen beleidsvoornemen dat op huurdersorganisatieniveau wordt behandeld. De rechtbank wijst erop dat de verhuurder alleen verplicht is om advies te vragen aan een overkoepelende huurdersorganisatie en niet aan individuele bewonerscommissies, tenzij het beleidsvoornemen de belangen van huurders van specifieke woningen rechtstreeks raakt. De rechtbank concludeert dat de verzoeken van de Bewonerscommissie worden afgewezen, omdat [verweerster] niet verplicht was om hen om advies te vragen over het voorgenomen beleid.
De beslissing is genomen door de kantonrechter mr. C. von Meyenfeldt en is uitgesproken op 12 mei 2011 tijdens een openbare zitting.