ECLI:NL:RBAMS:2012:BZ0414
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.P. Kijlstra
- M.E.B. Nyman
- P. Rodenburg
- Rechtspraak.nl
Weigering van overlevering aan Duitsland op grond van verjaring
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 28 december 2012 uitspraak gedaan over een vordering tot overlevering van een opgeëiste persoon aan Duitsland. De vordering was ingediend door de officier van justitie en betrof een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de Hoofdofficier van Justitie te Düsseldorf. De feiten waarvoor de overlevering werd verzocht, zouden hebben plaatsgevonden in de periode van augustus tot september 1996. De rechtbank heeft vastgesteld dat Nederland rechtsmacht heeft over de feiten, aangezien de opgeëiste persoon zowel de Nederlandse als de Turkse nationaliteit heeft en de feiten zich ook in Zwolle hebben afgespeeld.
De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de overlevering niet kon plaatsvinden vanwege verjaring. Volgens het Nederlandse recht, zoals vastgelegd in artikel 70 van het Wetboek van Strafrecht, is het recht tot strafvervolging voor misdrijven waarop een tijdelijke gevangenisstraf van meer dan drie jaren is gesteld, na twaalf jaar verjaard. Aangezien de feiten in deze zaak meer dan twaalf jaar geleden hebben plaatsgevonden, kon er geen vervolging meer plaatsvinden. De rechtbank concludeerde dat de weigeringsgrond van artikel 9, eerste lid, aanhef en onder f van de Overleveringswet van toepassing was, waardoor de overlevering werd geweigerd.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en in aanwezigheid van de griffier. De rechtbank heeft de opgeëiste persoon in de gelegenheid gesteld om zich te laten bijstaan door een raadsman en een tolk. De beslissing om de overlevering te weigeren werd unaniem genomen, en de rechtbank heeft tevens de geschorste overleveringsdetentie opgeheven. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, zoals vermeld in artikel 29, tweede lid, van de Overleveringswet.