In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 21 augustus 2013 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Staples Nederland Holding B.V. (hierna: Staples NL) en een werknemer, aangeduid als [eiseres]. De kern van het geschil betreft de vraag of er een arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen tussen [eiseres] en Staples NL, en of Staples NL verplicht is om het salaris van [eiseres] door te betalen na haar arbeidsongeschiktheid. De eiseres, die oorspronkelijk in dienst was bij Staples UK, heeft gesteld dat zij per 1 februari 2013 in dienst is getreden bij Staples NL. Staples NL heeft dit betwist en aangevoerd dat er geen arbeidsovereenkomst bestaat.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat [eiseres] vanaf oktober/november 2012 feitelijk voltijds werkzaam was bij Staples NL en dat er aanwijzingen zijn dat partijen beoogd hebben een arbeidsovereenkomst aan te gaan. De rechter heeft daarbij gekeken naar de omstandigheden waaronder [eiseres] werkte, de communicatie tussen partijen en de ondertekening van documenten. De kantonrechter oordeelde dat er voldoende aanwijzingen zijn dat er een arbeidsovereenkomst tot stand is gekomen, en dat Nederlands recht van toepassing is.
De rechter heeft de vorderingen van [eiseres] toegewezen, waaronder de doorbetaling van haar salaris en de opheffing van haar non-activiteit. Staples NL werd veroordeeld tot betaling van het salaris van GBP 10.083,33 bruto per maand vanaf 25 juni 2013, vermeerderd met een wettelijke verhoging en rente. Tevens werd Staples NL verplicht om het appartement aan [eiseres] beschikbaar te houden en de non-activiteit op te heffen. De proceskosten werden aan Staples NL opgelegd, aangezien zij als de overwegend in het ongelijk gestelde partij werd beschouwd.