In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 2 april 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen het Academisch Medisch Centrum (AMC) en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de oplegging van een loonsanctie. Het Uwv had besloten om een loonsanctie op te leggen aan het AMC, omdat zij onvoldoende re-integratie inspanningen zou hebben verricht voor een werknemer die langdurig ziek was. De rechtbank heeft vastgesteld dat gedurende een periode van ruim een jaar er geen re-integratiemogelijkheden waren voor de werknemer vanwege het ontbreken van belastbaarheid. Het Uwv kon niet aannemelijk maken dat het AMC in de tussengelegen periodes onvoldoende inspanningen had verricht, en dat er verwijtbare kansen waren gemist. De rechtbank oordeelde dat het AMC zijn verantwoordelijkheid als werkgever had genomen door regelmatig de belastbaarheid van de werknemer te laten beoordelen en contact te onderhouden. De rechtbank heeft het beroep van het AMC gegrond verklaard, het bestreden besluit van het Uwv vernietigd en de primaire besluiten herroepen. Tevens is het Uwv veroordeeld in de proceskosten van het AMC, die zijn begroot op € 974,-. De uitspraak is openbaar gedaan en kan binnen zes weken na verzending in hoger beroep worden aangevochten bij de Centrale Raad van Beroep.