Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 juni 2014 in de zaak tussen
[naam]
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 24 juni 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een bijstandsontvanger, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam. Eiser ontving sinds 1 oktober 1996 een bijstandsuitkering, maar deze werd herzien over de periode van 1 maart 2001 tot en met 31 maart 2010. De herziening was gebaseerd op bevindingen van de Financial Intelligence Unit (FIU) – Nederland, die verdachte transacties had vastgesteld. Eiser werd geconfronteerd met een terugvordering van € 15.231,19, omdat verweerder meende dat eiser te veel bijstand had ontvangen.
De rechtbank heeft het procesverloop en de argumenten van beide partijen zorgvuldig overwogen. Eiser betwistte de juistheid van het proces-verbaal van de FIU en stelde dat hij slachtoffer was van identiteitsfraude. De rechtbank oordeelde echter dat de bevindingen van de sociale recherche, die de onderliggende gegevens van de transacties had onderzocht, de juistheid van het proces-verbaal bevestigden. De rechtbank zag geen aanleiding om een handschriftdeskundige te benoemen, omdat de overeenkomsten tussen de handtekeningen en de ID-kaart van eiser voldoende bewijs boden voor de transacties.
De rechtbank concludeerde dat verweerder terecht had besloten tot herziening van de bijstand en de terugvordering van de teveel ontvangen uitkering. Eiser had zijn inlichtingenplicht geschonden door geen melding te maken van de transacties. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en wees verzoeken om vergoeding van griffierecht en proceskosten af. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.