ECLI:NL:RBAMS:2014:364
Rechtbank Amsterdam
- Raadkamer
- H.P. Kijlstra
- P. Rodenburg
- B. Poelert
- Rechtspraak.nl
Overlevering op basis van Europees Aanhoudingsbevel met betrekking tot verdovende middelen
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 13 januari 2014 uitspraak gedaan over de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van twee Europese Aanhoudingsbevelen (EAB's) die door de justitiële autoriteiten in Groot-Brittannië zijn uitgevaardigd. De rechtbank heeft EAB 1 goedgekeurd, waarbij de overlevering wordt toegestaan, terwijl EAB 2 is afgewezen en de officier van justitie niet ontvankelijk is verklaard. De zaak betreft een vordering ex artikel 23 van de Overleveringswet, ingediend door de officier van justitie op 6 november 2013, met betrekking tot een EAB dat is uitgevaardigd op 24 oktober 2013 door de District Judge van het Teesside Magistrates’ Court. De opgeëiste persoon, geboren in Groot-Brittannië en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, is in verband gebracht met een strafrechtelijk onderzoek naar de verstrekking van cannabis tussen april en oktober 2012.
De behandeling van de vordering vond plaats op 30 december 2013, waarbij de opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. A.N. Slijters, en een tolk. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak met dertig dagen verlengd, omdat zij niet binnen de wettelijke termijn kon oordelen. De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon bevestigd, die verklaarde dat zijn personalia correct zijn en dat hij de Britse nationaliteit heeft.
De rechtbank overwoog dat de officier van justitie niet ontvankelijk moest worden verklaard in haar vordering met betrekking tot EAB 2, omdat de inhoud van beide EAB's identiek was en de rechtbank reeds had beslist over EAB 1. De rechtbank heeft het bevel tot gevangenneming dat op 30 december 2013 was gegeven, opgeheven. De uitspraak is gedaan door mr. H.P. Kijlstra, voorzitter, en mrs. P. Rodenburg en B. Poelert, rechters, in aanwezigheid van griffier L.C. Werkman. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open.