Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM,
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
het parket van de Rechtbank van Lille(Frankrijk) en strekt tot de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
Arrestatiebevel afgegeven door de vicevoorzitter belast met gerechtelijke vooronderzoeken bij de Rechtbank van Lille van 19 februari 2014 (parket nr: 09/304 – onderzoek nr. JIRSAC/09/3).
4.Strafbaarheid
6.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW
Minister van Justitie van de Franse Republiekheeft op 15 april 2014 de volgende garantie gegeven:
7.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder a OLW
het onderzoek is in Frankrijk aangevangen;
verschillende medeverdachten ([medeverdachte 1], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3]) zijn/worden in Frankrijk vervolgd;
de verdovende middelen zijn in Frankrijk aangetroffen en in beslag genomen; bewijsmiddelen bevinden zich dus aldaar en
de verdovende middelen zijn over Frans grondgebied vervoerd.
8.Verweren
9.Slotsom
10.Toepasselijke wetsartikelen
11.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
het Parket van de Rechtbank van Lille(Frankrijk) ten behoeve van het in Frankrijk tegen hem gerichte strafrechtelijk onderzoek naar de feiten waarvoor zijn overlevering wordt verzocht.