Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 juli 2014 in de zaak tussen
[naam], te Amstelveen, eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft eiser een Wob-verzoek ingediend bij de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie (CVOM) gelijktijdig met een administratief beroep tegen een boetebeschikking. De rechtbank Amsterdam heeft op 7 juli 2014 uitspraak gedaan in deze zaak. De CVOM heeft het Wob-verzoek deels toegewezen, maar eiser was van mening dat er meer documenten onder de CVOM berustten dan er waren verstrekt. De rechtbank oordeelde dat de CVOM voldaan had aan zijn Wob-verplichting door het zaakoverzicht te verstrekken, aangezien er op het moment van het Wob-verzoek geen andere documenten bij de CVOM berustten. Eiser stelde dat de CVOM een vergaringsplicht had, maar de rechtbank oordeelde dat dit niet relevant was, omdat de documenten die eiser verlangde niet onder de CVOM berustten. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser tegen het bestreden besluit ongegrond en oordeelde dat de CVOM het bezwaarschrift terecht kennelijk ongegrond had verklaard. De rechtbank kende eiser proceskosten toe voor het instellen van beroep tegen het niet-tijdig nemen van een beslissing op bezwaar, maar wees de overige gronden van het beroep af. De uitspraak benadrukt de grenzen van de Wob en de verantwoordelijkheden van bestuursorganen met betrekking tot de verstrekking van documenten.