Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 november 2014 in de zaak tussen
[naam], te Amsterdam, eiseres
Procesverloop
Overwegingen
Uit afschriften van Rabobankrekening **195 over de periode 27 februari 2012 tot en met 7 mei 2012 blijkt dat twee maal een bedrag van € 20,- is opgenomen in Amsterdam en geen pinbetalingen bij supermarkten zijn verricht. Uit afschriften van dezelfde bankrekening over de periode 1 juli 2013 tot en met 2 december 2013 blijkt dat in [stadsdeel] vijf maal een bedrag van € 250,- , een bedrag van € 100,- en een bedrag van € 150,- is opgenomen, aan het [adres 1] (nabij het uitkeringsadres) een bedrag van € 50,- en dat in[woonplaats] elf pinbetalingen en geldopnamen zijn verricht.
Getuige[naam 4], wonend aan de [adres 2], heeft op 9 januari 2014 onder meer verklaard dat eiseres, mijnheer[naam 3] en hun zonen ergens begin 2010 zijn weggegaan. Getuige[naam 5], wonend aan de[adres 3], heeft op 10 januari 2014 onder meer verklaard dat het gezin, vader, moeder en twee meerderjarige zonen, twee of twee‑en‑een‑half jaar daarvoor is vertrokken.
Woonstichting De Key heeft een onderzoek verricht naar de bewoning van het uitkeringsadres en in het kader daarvan zeven huisbezoeken verricht in de periode van 7 november 2013 tot en met 10 januari 2013. Bij het huisbezoek op 4 december 2013 zijn geen persoonlijke spullen van eiseres aangetroffen. Er was totaal geen kleding van eiseres in de woning aanwezig. Ook was er geen voedsel in de woning, de koelkast was geheel leeg. De woning was extreem smerig. Bij de huisbezoeken is eiseres slechts éénmaal aangetroffen op het uitkeringsadres.
Op 13 januari 2014 hebben handhavingsspecialisten van verweerder van 8.45 uur tot 9.07 uur waarnemingen ter plaatse verricht en daarbij het volgende waargenomen. Om 8.56 uur kwam een witte bus aanrijden, waaruit een vrouw die zij herkenden als eiseres aan de passagierszijde uitstapte met drie kennelijk gevulde plastic boodschappentassen. Een man stapte uit aan de bestuurderszijde met een kennelijk gevulde zwarte tas met bruine/beige stoffen handvatten. Beiden gingen naar binnen in de woning. Om 9.07 stapten de man en de vrouw in de bus en reden zij weg.
Eiseres heeft op 13 januari 2014 omstreeks 9.30 uur op het kantoor van DWI onder meer het volgende verklaard. Eiseres komt af en toe nog in[woonplaats]. In maart had zij haar arm gebroken, toen is zij naar[woonplaats] gegaan. In april of mei is zij teruggekomen. In het weekeinde was zij daar vaak, van vrijdag tot en met zondag. Eiseres heeft ook verklaard dat zij die nacht op haar eigen adres heeft geslapen en met het openbaar vervoer naar het kantoor van DWI is gekomen.
Op 13 januari 2014 omstreeks 13.00 uur hebben handhavingsspecialisten van verweerder een huisbezoek gebracht aan het uitkeringsadres. Daarbij hebben de handhavingsspecialisten onder meer bovengenoemde zwarte tas met bruine/beige handvatten en plastic boodschappentassen aangetroffen die nu leeg waren. Er was weinig dameskleding aanwezig, onder andere slechts twee onderbroeken en geen enkele bh. Er was ook herenkleding aanwezig. In de keuken lagen op het gasfornuis, op het aanrecht en in de keukenonderkastjes talrijke muizenkeutels. De wasmachine was kurkdroog en nergens in huis was een wasmand of losse kleding die als vuile was zou kunnen worden aangemerkt. Het aanwezige waspoeder was van een ander merk dan eiseres voorafgaand aan het huisbezoek op het kantoor van DWI had verklaard. Het toilet had geen toiletbril.
In het onderzoek is vastgesteld dat eiseres haar hoofdverblijf niet meer heeft op het uitkeringsadres. Daardoor kan het recht op bijstand niet worden vastgesteld.
In de zaak geregistreerd onder nummer AMS 14/3712
In de zaak geregistreerd onder nummer AMS 14/3714
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op binnen zes weken na het gezag van gewijsde krijgen van deze uitspraak een nieuw besluit op het bezwaar te nemen met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 45,-- aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 974,--;
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 4 november 2014
.