ECLI:NL:RBAMS:2014:7573
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in het kader van bijstandsuitkering
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 12 november 2014 uitspraak gedaan op het verzoek van een man zonder vaste woon- of verblijfsplaats om een voorlopige voorziening in het kader van zijn aanvraag voor bijstandsuitkering op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). De man had bezwaar gemaakt tegen een eerder besluit van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, waarin zijn aanvraag voor bijstandsuitkering was afgewezen. Dit besluit was genomen op basis van de schending van de inlichtingenplicht door de man, die niet in staat was zijn feitelijke woon- en leefsituatie duidelijk te maken.
De rechtbank ontving het beroepschrift van de man op 23 oktober 2014, en het onderzoek ter zitting vond plaats op 29 oktober 2014. De man was aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, terwijl de verweerder werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. De voorzieningenrechter concludeerde na de zitting dat nader onderzoek niet nodig was en deed uitspraak op zowel het verzoek om voorlopige voorziening als op het beroep.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de man niet had voldaan aan zijn inlichtingenplicht, wat leidde tot gerechtvaardigde twijfel over zijn woonsituatie. De man had verschillende verblijfslocaties opgegeven, maar was tijdens locatiebezoeken niet aangetroffen. De voorzieningenrechter stelde vast dat de man niet voldoende duidelijkheid had verschaft over zijn woon- en leefsituatie, wat een grond voor de afwijzing van de bijstandsaanvraag vormde. De voorzieningenrechter verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om voorlopige voorziening af, zonder aanleiding te zien voor een proceskostenveroordeling of teruggave van het griffierecht.