In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 16 december 2014 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening en een beroep tegen de ongeldigverklaring van een rijbewijs. Verzoeker, die in Amsterdam woont, had een verzoek ingediend tot het treffen van een voorlopige voorziening in verband met het besluit van de burgemeester van Amsterdam van 31 oktober 2014, waarbij zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. De voorzieningenrechter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 16 september 2014, waarbij verzoeker aanwezig was en de burgemeester vertegenwoordigd werd door een gemachtigde.
De voorzieningenrechter heeft de zaak beoordeeld op basis van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en heeft vastgesteld dat verzoeker onjuiste gegevens heeft verstrekt bij de aanvraag van zijn nieuwe rijbewijs op 8 juni 2012. Verzoeker had niet vermeld dat zijn rijbewijs eerder was ingevorderd door de Franse autoriteiten wegens een snelheidsovertreding. De voorzieningenrechter oordeelde dat, indien verzoeker de juiste informatie had verstrekt, het rijbewijs niet zou zijn afgegeven. De voorzieningenrechter heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding en voorlopige voorziening afgewezen.
De uitspraak benadrukt het belang van het verstrekken van correcte informatie bij de aanvraag van een rijbewijs en de gevolgen van het niet naleven van deze verplichting. De voorzieningenrechter heeft ook verwezen naar relevante artikelen uit de Wegenverkeerswet en eerdere jurisprudentie van de Raad van State. De uitspraak is gedaan door mr. A.C. Loman, in aanwezigheid van griffier mr. M.L. Bosman, en is op 16 december 2014 verzonden aan de betrokken partijen.