In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 12 november 2015 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen het Centraal Bureau Rijvaardigheid (CBR) en een rijexaminator, hierna aangeduid als [verweerster]. CBR heeft op 21 september 2015 een verzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van artikel 7:671b van het Burgerlijk Wetboek, omdat [verweerster] disfunctioneerde. Dit disfunctioneren werd onderbouwd door een stelselmatig te laag slagingspercentage bij rijexamens, wat volgens CBR een indicatie was voor de ongeschiktheid van [verweerster] voor haar functie. De kantonrechter heeft vastgesteld dat CBR voldoende inspanningen heeft geleverd om [verweerster] te ondersteunen in haar functioneren, waaronder coaching en heropleiding, maar dat deze inspanningen niet tot verbetering hebben geleid. De kantonrechter oordeelde dat het lage slagingspercentage een indicatie was van disfunctioneren en dat dit niet gerelateerd was aan de gezondheidstoestand van [verweerster]. De kantonrechter heeft het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst toegewezen, met inachtneming van de opzegtermijn en toekenning van een transitievergoeding van € 27.923,00 bruto aan [verweerster]. De ontbinding gaat in per 1 februari 2016. De proceskosten worden gecompenseerd.