Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Bewijsoverwegingen
schotrestvergelijkendonderzoeklaag is.)
Rechtbank Amsterdam
Op 3 september 2015 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van de moord op [persoon 1] op 25 juni 2012 in Amsterdam. De rechtbank heeft het vonnis uitgesproken na een uitgebreid onderzoek ter terechtzitting, waarbij getuigen zijn gehoord en bewijsmateriaal is gepresenteerd. De verdachte, geboren in Marokko in 1975, werd beschuldigd van het opzettelijk doden van [persoon 1] met een vuurwapen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. Tijdens de zittingen op 21 april en 20 augustus 2015 heeft de officier van justitie, mr. M.E. Woudman, zijn vordering gepresenteerd, terwijl de verdachte en zijn raadsman, mr. J-H.L.C.M. Kuijpers, hun verdediging hebben gevoerd.
De rechtbank heeft verschillende getuigenverklaringen en camerabeelden beoordeeld, maar kwam tot de conclusie dat de bewijsvoering niet overtuigend was. De getuigenverklaringen waren twijfelachtig, vooral gezien de omstandigheden waaronder ze waren afgelegd. De rechtbank heeft ook gekeken naar de resultaten van forensisch onderzoek, waaronder schotrestenonderzoek, maar deze gaven geen sluitend bewijs dat de verdachte de dader was. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen overtuigend bewijs was dat de verdachte het ten laste gelegde feit had gepleegd.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat het ten laste gelegde niet bewezen kon worden en heeft zij de verdachte vrijgesproken van de beschuldigingen. Dit vonnis is uitgesproken in het openbaar en is een belangrijke uitspraak in het kader van de waarheidsvinding in strafzaken.