In deze zaak heeft eiser, een individu, een verzoek ingediend bij het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit (LOWI) om openbaarmaking van bepaalde gegevens. Het LOWI heeft echter in beroep gesteld dat het geen bestuursorgaan is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft geoordeeld dat het LOWI inderdaad geen bestuursorgaan is, omdat er geen publiekrechtelijke grondslag is en het LOWI niet met openbaar gezag is bekleed. Hoewel het LOWI adviezen kan geven over beslissingen van universiteiten, kan het niet eenzijdig de rechtspositie van andere rechtssubjecten bepalen. De rechtbank heeft zich daarom onbevoegd verklaard in deze zaak.
Het proces begon met een afwijzing van het verzoek om openbaarmaking door het LOWI, waarna eiser beroep heeft ingesteld. De rechtbank heeft de argumenten van beide partijen gehoord en geconcludeerd dat het LOWI geen bestuursorgaan is, noch een instelling die onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan werkt. Dit betekent dat de beslissingen van het LOWI niet als besluiten in de zin van de Awb kunnen worden aangemerkt, waardoor de rechtbank niet bevoegd is om de zaak te behandelen.
De uitspraak is gedaan door rechter M.C.M. Hamer en is openbaar uitgesproken op 17 juli 2015. Eiser kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.