Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
- [kind 1], geboren te [plaats] op [datum] ;
- [kind 2], geboren te [plaats] op [datum] .
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 8 oktober 2015 uitspraak gedaan in een verzoek tot wijziging van alimentatieverplichtingen. De man, verzoeker, heeft een provisionele vordering ingediend om de eerder vastgestelde alimentatie te schorsen, omdat hij stelt in een financiële noodsituatie te verkeren. De vrouw, verweerster, heeft verweer gevoerd en primair de niet-ontvankelijkheid van de man ingeroepen. De rechtbank heeft de procedure behandeld met gesloten deuren op 22 september 2015, waarbij beide partijen en hun advocaten aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen met elkaar gehuwd zijn geweest en dat hun huwelijk is ontbonden. Uit het huwelijk zijn twee kinderen geboren. De man verzoekt om de schorsing van de alimentatieverplichtingen, terwijl de vrouw zich verzet tegen dit verzoek en stelt dat de man niet-ontvankelijk moet worden verklaard. De rechtbank heeft de argumenten van beide partijen afgewogen en geconcludeerd dat de man onvoldoende bewijs heeft geleverd van zijn financiële situatie en dat zijn verzoek niet voldoende onderbouwd is.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de man niet in staat is om zijn stellingen te onderbouwen met verificatoire stukken en dat er geen aanleiding is om de alimentatieverplichtingen te schorsen. De rechtbank heeft de gevraagde voorziening dan ook geweigerd en de proceskosten gecompenseerd, waarbij elke partij de eigen kosten draagt. De behandeling in de hoofdzaak zal op een later tijdstip worden voortgezet.