ECLI:NL:RBAMS:2015:7578
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering wegens meerinkomen en de toepassing van de bijverdiengrens in het kader van studiefinanciering
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 3 november 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, een student, en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De eiser had een vordering van € 4.892,45 ontvangen van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) wegens meerinkomen dat hij had genoten in 2012, wat leidde tot een terugvordering van zijn studiefinanciering. De eiser ontving in de maanden januari tot en met augustus 2012 studiefinanciering, maar had ook inkomsten uit arbeid die de bijverdiengrens overschreden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de DUO de basisbeurs en aanvullende beurs van eiser terecht heeft teruggevorderd, omdat hij meer verdiende dan de bijverdiengrens van € 13.362,53. Eiser stelde dat de DUO tekortgeschoten was in de communicatie over de voorwaarden van de rentedragende lening en dat hij niet op de hoogte was van de gevolgen van zijn bijverdiensten voor de studiefinanciering. De rechtbank oordeelde echter dat de DUO niet verplicht was om eiser persoonlijk te informeren en dat de informatievoorziening via folders en de website voldoende was. De rechtbank volgde eiser niet in zijn beroep op de hardheidsclausule, omdat hij zelf verantwoordelijk was voor het op de hoogte zijn van de geldende regels. De rechtbank concludeerde dat de vordering van de DUO terecht was en verklaarde het beroep van eiser ongegrond.