Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 december 2015 in de zaak tussen
[naam] , te Amsterdam, eiseres,
de Raad voor Rechtsbijstand Amsterdam, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
22 december 2010, DEB / Duitsland, zaaknummer: C-279/09). Hetgeen is overwogen in de Nota van Toelichting geldt dus ook voor de door eiseres aangehaalde bepalingen uit de Richtlijn en het Handvest.
regeling van artikel 5a, vijfde lid, van het Bvr wordt beoogd nodeloze procedures te voorkomen teneinde het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand te kunnen blijven handhaven. De rechtbank is van oordeel dat hiermee een legitiem doel wordt gediend en dat deze beperking in redelijke verhouding met het beoogde doel staat nu herhaalde asielaanvragen in beginsel slechts zien op de vraag of er sprake is van nieuwe feiten en omstandigheden. Hieruit volgt dat artikel 5a, vijfde lid, van het Bvr niet in strijd is met hogere Europese regelgeving. Het beroep van eiseres op de bepalingen uit de Richtlijn en artikel 47 van het Handvest kan derhalve niet slagen.
Beslissing
.