Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
beschikking van de kantonrechter
[verzoeker 1] en [verzoeker 2]
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Uitgangspunten
“Iedere eigenaar en gebruiker is verplicht het privé gedeelte te gebruiken overeenkomstig de bestemming.(
“)
Deze is voor elk van de privé gedeelten welke recht geven op een woning: woning voor privé-doeleinden (…)
pied-à-terrein Amsterdam. De overige zes eigenaren wonen zelf in hun appartement.
[naam 1] geeft een toelichting op het voorgestelde verbod van verhuur voor toeristische doeleinden. (…) De appartementen hebben volgens de splitsingsakte en het splitsingsreglement een woonfunctie en hiervoor geldt als uitgangspunt dat sprake m(o)et zijn van permanente bewoning. Stelselmatige verhuur aan toeristen is daarmee in strijd. (…) De vergadering kan zich in meerderheid vinden in het voorliggende voorstel om verhuur aan toeristen niet toe te staan. Ook wordt voorgesteld een stelsel van boetes die door de VvE kunnen worden opgelegd bij n(i)et naleving. Namens [naam 3] brengt [naam 4] in dat bij [naam 3] behoefte bestaat aan de mogelijkheden om zijn appartement, al of niet tegen betaling, tijdelijk in gebruik te geven aan gasten. [naam 4] zou hierbij als ‘caretaker’ optreden. [naam 1] wijst op de regels die de gemeente onlangs heeft opgesteld voor vakantieverhuur. Voor zover deze grenzen niet worden (o)verschreden is dit door [naam 3] gewenste gebruik toegestaan. Besloten wordt dat [naam 1] , als [naam 3] over enkele maanden in Nederland is met hem diens wensen gaat inventariseren en gaat bezien of deze passen binnen de bandbreedte voor vakantieverhuur. De uitkomst hiervan wordt teruggekoppeld naar de leden en zo nodig wordt hierover een extra vergadering belegd.”
“There was a bit of an incident this morning when I found a stranger wandering in the staircase. He had a Google print-off showing that he had a rental in [adres] and wanted to get back into the flat. He smelt of alcohol and was clearly slurring so I asked him to wait outside. When he refused I had to call the police. They questioned him and confimed that he had paid to stay in the building, so they had no right to ask him to leave. It would seem from this that the owner of [adres] is operating some sort of short-term rental from the flat (the guy said he had been staying here for 4 days and was checking out today). I’m not sure if there’s anything to be done about this situation but wanted to draw it to your attention.”[verzoekers gezamenlijk] heeft deze melding onmiddellijk doorgeleid naar de bestuurders der VvE, onder vermelding, onder meer, dat in zijn ogen sprake was van een zeer ernstige en onacceptabele overtreding door [naam 3] van de regels.
AirBnben/of andere (buitenlandse) websites te huur aanbiedt als
“modern luxury loft in city center”voor (ca.) € 130, - per nacht.
“Voorstel voor verhuur appartementen: Een appartement mag, overeenkomstig de regels van de gemeente Amsterdam, voor maximaal 60 dagen per jaar worden verhuurd. Bij verhuur voor meer dan enkele dagen wordt het bestuur door de verhuurder/eigenaar geïnformeerd over de verhuur (naam, verblijfsduur)”.[verzoekers gezamenlijk] , die zelf niet aanwezig kon zijn bij de vergadering, heeft op voorhand per e-mail van 13 maart 2015 bezwaar gemaakt tegen dit voorgenomen besluit, waarop de voorzitter van het bestuur dezelfde dag afwijzend heeft gereageerd en geantwoord dat niet aan [verzoekers gezamenlijk] verzoek om het voorstel van de agenda af te voeren, zou worden voldaan. In deze reactie schreef [naam 1] onder meer:
“De kern is dat ook bij het tijdelijk in gebruik geven aan anderen nog steeds sprake zal kunnen zijn van het gebruik van de woning voor privé doeleinden, zoals de Splitsingsakte vereist, zolang de duur van het tijdelijk gebruik het gebruik als hoofdverblijf door de eigenaar/bewoner niet in de weg staat. Voor de bepaling van de norm heeft het bestuur aangesloten bij de door de gemeente gehanteerde norm van 60 dagen per jaar.”
“ [verzoeker 1] (…) is – met name uit vrees voor overlast – niet akkoord met toeristisch verhuur. (…) [naam 3] licht toe dat hij zelf 4 à 5 keer per jaar in Nederland is en het zonde vindt als de rest van het jaar zijn appartement leeg staat. [naam 3] verhuurt zijn appartement via Air BNB en moet alleen al daarom aan veel eisen voldoen. [naam 4] screent de aanvragen uitgebreid. [naam 4] ontvangt de gasten en is tijdens het verblijf hun contactpersoon. Het voorstel van het bestuur wordt door de vergadering unaniem aangenomen. Wel hechten bewoners eraan op de hoogte te zijn van langdurige(r) bewoning.”.
Verzoeken en verweer
short stay, zoals thans door [naam 3] wordt gedaan, strijdig zijn met de splitsingsakte.
Beoordeling
Bevoegdheid
“de regels van de gemeente Amsterdam”zijn waaraan in het besluit wordt gerefereerd c.q. waaraan de 60 dagen-norm is ontleend en op grond van welke wet deze (kennelijk publiekrechtelijke) regels zijn gesteld. Dit voor een beter begrip van het besluit, immers in de onderhavige privaatrechtelijke context is het publiekrechtelijk kader in beginsel van geen of hooguit zijdelings belang. Hiervoor verwees de VvE naar een aantal bij verweerschrift van de gemeente gevoegde beleidsstukken, doch hieruit kon geen duidelijk antwoord op deze vragen worden geput. Wel bleek daaruit onder meer een terminologische verwarring of overlapping tussen daarin gehanteerde begrippen als vakantieverhuur (waaraan in het eerste overgelegde beleidsstuk het maximum van 60 dagen per jaar is verbonden), particuliere vakantieverhuur,
bed & breakfasten
short stayen kwam aan de orde dat de betekenis van dit soort begrippen in de loop der jaren ook verschuift. Thans lijkt
“AirBnb”de overkoepelende term te zijn geworden. De VvE heeft naar voren gebracht, dat de gemeente, bij wijze van beleid, de grens van 60 dagen per jaar heeft gesteld omdat zij daarboven, in geval een pand in het bestemmingsplan (uitsluitend) een woonbestemming heeft, strijd daarmee aanwezig acht waartegen dan handhavend zou worden opgetreden. Het gaat hier blijkbaar om een norm gesteld in het belang van een goede ruimtelijke ordening c.q. ontleend aan het omgevingsrecht. In het derde door de VvE overgelegde beleidsstuk wordt in dit verband overigens drie maanden per jaar als leidraad genomen. Nadere informatie over het gemeentelijke (handhavings)beleid is niet bijgebracht. Wat hier verder van zij, de kantonrechter concludeert dat er blijkbaar geen regels in de zin van algemeen verbindende voorschriften zijn waarin de 60-dagengrens is gesteld.
screent. Desgevraagd heeft het bestuur verklaard dat wanneer niet, zoals nu, één, maar verschillende eigenaren overgaan tot “AirBnb-verhuur” - waartoe het bestreden besluit de weg opent - en cumulatie van overlast optreedt, het bestuur erop zou terugkomen en in een volgende vergadering het besluit mogelijk zou laten “terugdraaien”. Gevraagd naar wat met
“enkele dagen”in het besluit (waarboven het bestuur door de verhuurder/eigenaar moet worden geïnformeerd over de verhuur) precies wordt bedoeld, verklaarde [naam 1] dat hij als voorzitter een lijst heeft gekregen van aan welke mensen is verhuurd c.q. hij thans steeds vooraf een overzicht krijgt, ongeacht het aantal nachten en dat het verder ook op basis van vertrouwen gaat.
AirBnbkortstondig worden verhuurd, immers uit het besluit blijkt van geen enkel voorbehoud (anders dan de 60-dagengrens per jaar per appartement) in dit opzicht. Daar staat onder meer tegenover, dat appartementseigendom ook een vorm van gemeenschap is, waarbij bijvoorbeeld krachtens artikel 35 van het modelreglement 2006 de eigenaar bij verhuur verplicht is de huurder zich schriftelijk aan de geldende regels te laten binden, hetgeen [verzoekers gezamenlijk] ook ten aanzien van zijn reguliere huurder heeft gedaan maar bij AirBnb-verhuur onmogelijk c.q. niet praktisch uitvoerbaar is. Daarnaast past de hierboven onder 1.7. weergegeven klacht precies in het stramien van de gebruikelijke klachten van omwonenden tegen “AirBnb-verhuur”, die dit verschijnsel, weliswaar goed voor Amsterdam als toeristische trekpleister, de locale economie en voor de gemeente ook als inkomstenbron vanwege de succesvolle inning van toeristenbelasting, vaak vrijwel letterlijk tot een nachtmerrie voor de omwonenden maken.
Nietigheid
“Iedere eigenaar of gebruiker is verplicht het privé gedeelte te gebruiken overeenkomstig de daaraan nader in de akte gegeven bestemming”)nader is ingevuld door ten aanzien van de woonappartementen te bepalen, dat het een “
woning voor privé-doeleinden”moet zijn, terwijl gebruik door toeristen niet als gebruik als woning voor privé-doeleinden kan worden aangemerkt; toeristen hebben immers hun privé-woning elders en maken ook een andersoortig gebruik van het appartement dan een vaste bewoner.
in finebeschreven binnen een jaar een zo soepel standpunt wordt ingenomen en in ieder geval deelt hij niet de hierboven onder 1.9. bedoelde argumentatie van het bestuur dat nu de gemeente verhuur tot 60 dagen aanvaardbaar acht, dit het voor de omwonenden c.q. mede-eigenaren ook is - de gemeente heeft immers geheel andere belangen bij “AirBnb-verhuur” - , waarbij bovendien opvalt dat de door het bestuur bedoelde situatie dat het tijdelijk gebruik niet in de weg staat aan het gebruik als hoofdverblijf door de eigenaar bij uitstek hier niet van toepassing lijkt, nu [naam 3] zijn hoofdverblijf blijkbaar feitelijk elders heeft. Wat hiervan verder zij, het besluit is nietig ingevolge het bepaalde in artikel 2:14 lid 1 jo. 5:129 lid 1 BW omdat “AirBnb-verhuur” in strijd is met de in de akte opgenomen verbodsbepalingen.
“Een gebruik dat afwijkt van de in de akte nader gegeven bestemming is slechts geoorloofd met toestemming van de vergadering”is gehandhaafd, zodat de splitsingsakte c.q. het reglement zelf de weg opent naar een afwijkend - het litigieuze -besluit dat daarom niet nietig kan zijn, acht de kantonrechter niet valide, nu hij zich aansluit bij de namens [verzoekers gezamenlijk] geuite opvatting dat de afwijkingsmogelijkheid slechts kan zien op de bestemming, maar niet op de verbodsbepalingen.
BESLISSING
AirBnben de ingebruikgeving van dat appartement voor korte periodes aan onbekende derden en/of toeristen zoals thans door [naam 3] wordt gedaan, strijdig is met de akte van splitsing;