Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 6 januari 2016, met producties,
- het anticipatie-exploot van [gedaagde] van 19 januari 2016,
- de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid, met nevenvorderingen, van [gedaagde] van 27 januari 2016, met producties,
- de conclusie van antwoord in het incident van [eiser] van 10 februari 2016, met producties,
- het proces-verbaal van pleidooien in het incident en de daarin vermelde processtukken.
2.De feiten
engagement letter. Artikel 10 van de
engagement letterbepaalt:
Governing Law and Jurisdiction
3.De vordering in de hoofdzaak
4.De vordering in het incident
5.De vordering (in reconventie) in de hoofdzaak
6.De beoordeling in het incident
engagement letter. Hij stelt dat partijen de intentie hadden dat het geschil voor iedere rechter zou kunnen worden voorgelegd en dat zij om praktische redenen geen lange lijst van landen hebben opgenomen maar hebben volstaan met de vermelding dat de Engelse rechter niet exclusief bevoegd is (par. 10 tot en met 13 van de pleitaantekeningen van mr. Geelkerken). [gedaagde] heeft deze uitleg van de forumkeuze gemotiveerd betwist. Naar het oordeel van de rechtbank kan, afgezien van de rechtsgeldigheid van een door [eiser] voorgestane ‘universele’ forumkeuze, in artikel 10 van de
engagement letter(zie 2.1) niet een uitdrukkelijke keuze voor de Nederlandse rechter worden gelezen. Van een forumkeuze als bedoeld in artikel 8 lid 1 Rv is dus geen sprake, zodat ook op die grond geen rechtsmacht kan worden aangenomen.
engagement letterbevoegd is kennis te nemen van de vordering in de hoofdzaak en een vonnis van de Engelse rechter zonder vorm van proces in Nederland wordt erkend (artikel 36 lid 1 Herschikte EEX-Verordening) en in Nederland ten uitvoer kan worden gelegd zonder dat een exequatur vereist is (artikel 39 Herschikte EEX-Verordening). Derhalve heeft de Nederlandse rechter geen rechtsmacht op grond van artikel 767 Rv.