Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
Procesverloop
Tevens was voor verweerder aanwezig F.G. Veldstra, S. Timman en T.H.M. Willemse-Gunning.
Overwegingen
25 augustus 2011 op aanvraag van verzoekster een islamitische school voor voortgezet onderwijs (mavo-havo-vwo) in Amsterdam in aanmerking gebracht voor bekostiging.
1 augustus 2017 huisvesting aan verzoekster moet worden verstrekt voor 186 leerlingen en de aanvraag voor het overige afgewezen.
21 oktober 2015 al had bepaald dat verweerder uiterlijk 1 augustus 2017 huisvesting voor 186 leerlingen aan verzoekster verstrekt en de aanvraag voor het overige heeft afgewezen – verweerder niet opnieuw hoeft te beslissen op de aanvragen voor een voorziening in de huisvesting vanaf het schooljaar 2014/2015 en vanaf het schooljaar 2015/2016.
1 augustus 2016 aan de Minister van OCW kan aantonen uiterlijk per 1 augustus 2017 over huisvesting te beschikken zodat de bekostiging op dat moment een aanvang kan nemen. Verweerder stelt zich op het standpunt dat verzoekster bedoeld bewijs niet kan verkrijgen door middel van deze aanvraagprocedure voor huisvesting, nu deze slechts ziet op onderwijshuisvesting per 1 augustus 2016. Bovendien beschikt verzoekster al over bedoeld bewijs in de vorm van de uitspraak van de Afdeling van 21 oktober 2015, waarin is bepaald dat verweerder huisvesting beschikbaar moet stellen uiterlijk 1 augustus 2017 en wel voor 186 leerlingen. Omdat verzoekster dus geen belang heeft bij het bezwaar, wordt het niet-ontvankelijk verklaard en wordt bepaald dat het primaire besluit in stand blijft.
dat verweerder daarom bij het voorzien in geschikte huisvesting – waarbij de geschiktheid mede wordt bepaald door de te verwachten situatie na het eerste leerjaar door doorstroom van leerlingen – voldoende voortvarendheid te werk dient te gaan en dat wanneer het college dat zonder goede reden niet doet, dit bezwaarlijk voor rekening van de stichting kan worden gelaten.”Dat hierbij ook concrete data en aantallen zouden zijn genoemd, is gelet hierop en op de andere twee uitspraken van de Afdeling niet aannemelijk, zodat de voorzieningenrechter niet zal ingaan op het verzoek van verzoekster het proces-verbaal van de laatste zitting bij de Afdeling op te vragen.
Beslissing
in de zaak geregistreerd onder nummer: AWB 16/3857: