Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 augustus 2016 in de zaak tussen
[de man] , te Amsterdam, eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 30 augustus 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. De eiser, die eerder ziek was gemeld, had een Ziektewet-uitkering ontvangen, maar deze werd per 23 januari 2016 beëindigd omdat hij arbeidsgeschikt werd geacht. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard. Tijdens de zitting op 19 augustus 2016 heeft eiser zijn standpunt toegelicht, waarbij hij zijn lichamelijke klachten en de ongeschiktheid voor de geduide functies naar voren bracht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzekeringsartsen zorgvuldig onderzoek hebben gedaan en dat er geen nieuwe medische informatie was die de eerdere beoordeling zou kunnen veranderen. De rechtbank concludeert dat eiser op medische gronden geschikt was voor de functies die eerder waren vastgesteld en dat de beëindiging van de ZW-uitkering terecht was. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht opgelegd.