Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 februari 2016 in de zaak tussen
[eiser] , te Amsterdam, eiser,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 17 februari 2016.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 17 februari 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, geboren op 14 maart 1997, en de raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. De eiser had een Wajong-uitkering aangevraagd vanwege aangeboren doofstomheid, maar zijn aanvraag werd afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser voldoet aan de voorwaarden voor arbeidsparticipatie en dat er geen sprake is van een situatie die hem uitsluit van de Wajong-uitkering, zoals bedoeld in artikel 1a van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten.
De rechtbank heeft het procesverloop uiteengezet, waarin de eiser zijn bezwaar tegen het primaire besluit van 25 maart 2015, waarin hem werd meegedeeld dat hij niet in aanmerking kwam voor de Wajong-uitkering, heeft ingediend. De rechtbank heeft de rapportages van de verzekeringsarts en de arbeidsdeskundige beoordeeld en geconcludeerd dat deze rapportages zorgvuldig zijn opgesteld en geen tegenstrijdigheden bevatten. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de eiser, ondanks zijn handicap, in staat is om te werken en dat hij over basale werknemersvaardigheden beschikt.
De rechtbank heeft de beroepsgronden van de eiser verworpen en geoordeeld dat de weigering van de Wajong-uitkering terecht was. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van griffierecht. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.